Quantcast
Channel: MudSweatTrails
Viewing all 822 articles
Browse latest View live

The Road to TDG: GR 20

$
0
0

"La neige est toujours bien présente dans tout le Cirque, entre les cols Tumaginesca (2183) te Minuta (2218). Soyez prudents te te suffissamment équipés!" (24.05.2014)

Het liefst wil ik de GR20 lopen als het niet te druk is. In het najaar heb ik steeds weer een wedstrijd die voor gaat, dus moet het maar het voorjaar worden. Dit voorjaar past het ook in mijn voorbereiding voor de Tor des Géants. Technisch, lang en uitdagend, zeker als je het in 4 dagen wil doen.....

Omdat mijn klim-maatje Corinne mee wil als support team, heb ik de mogelijkheid lichtgewicht te gaan. De winter is zacht geweest, maar helaas is er op Corsica toch nog heel laat sneeuw gevallen. Ik pak ijs-bijl en steigijzers in, en schat mijn kansen om de route volledig te lopen op zo'n 53%. Omdat ik net het voordeel van de twijfel wil hebben.

Logistiek zit het tripje goed in elkaar. We vliegen op Calvi, dan is het een half uurtje rijden naar start dorp Calenzana. Ik heb hotels geboekt voor twee plekken onderweg en aan de finish. De hutten zijn altijd open als schuilplaats onderweg. Terug vliegen we vanaf Ajaccio, ongeveer 3 uur rijden van de finish in Conca. Ertussen ligt (afhankelijk van de bron van informatie) ongeveer 173 km en 12.500 hm. Het noordelijke deel (90 km, 7500 hm) is zwaar en alpine, het zuidelijke deel (83 km, 5000 hm) is……..ook zwaar.

 

Dag 1( . Corinne zwaait mij uit net voor 6 uur. Ik heb niet veel geslapen. Het is bewolkt en er is regen voorspeld, maar de temperatuur is heerlijk. Op mijn papiertje staat 43 km met 3700 hm. Veel, maar moet wel kunnen op een dag. Hoewel de eerste stukken goed te doen zijn (rotsige paden, grassig colletje in de zon), kom ik al gauw in stukken waar ik met handen en voeten moet klimmen. Wel heerlijk klauteren, maar het schiet niet op. Als ik de eerste sneeuwvelden tegenkom, zijn de wit-rode markeringen vaak verborgen. Gelukkig heb ik de route in de Suunto Ambit geladen, dus echt fout kan ik niet lopen. Hogerop zijn de sneeuwvelden steiler. Uiteindelijk trek ik toch mijn mini stijgijzertjes aan en pak de pikkel. Zelfverzekerd steek ik nu over. Bij de Carrozzu hut vertel ik nog heel blij aan een Duits stel dat ik naar Castel Vergio wil, die dag. Zij kijken vertwijfeld. Meteen daarna, tijdens het oversteken van een rivier, begint het keihard te regenen. Ik moet op rots-platen omhoog. Langs de klip is een ketting gespannen, maar als ik daar loop krijg ik helemaal een douche. Gelukkig hebben mijn Tecnica schoenen super-grip. Ik loop makkelijk.

Maar voorzichtig. En langzaam. Mijzelf blesseren is geen optie. Ik bereik een kom, gevuld met sneeuw. Steil omhoog volg ik de sporen. Dan in een gleuf tussen rotsen en bosjes door de sneeuw. Een paar keer zak ik met mijn been tussen de rotsen. Inmiddels ben ik ook erg nat. Corinne kan mij ook komen halen in Haute Asco, na 24 km. Ik wil haar sms'en, boven, maar "alles en ik" is zo vochtig dat dit niet lukt.  De afdaling is te doen, van rots naar rots naar beneden, af en toe een sneeuwgeul. Na 10 uur onderweg te zijn ben ik in de Refugio . Twee Finnen gaan daar net linzen met worst eten.  Zij hebben er 3 dagen over gedaan om hier te komen. Corinne sms't dat ze bijna in Castel Vergio is. Ze komt eraan, maar het duurt een uur. Ik bazel nog wat tegen de Finnen over Helsinki, wens ze succes en begin de licht dalende weg af te rennen om warm te blijven. Na 10 km is Corinne er. We besluiten Castel Vergio maar te laten, en vinden een hotelletje in het Restonica Vallei. Ik ben eigenlijk meer moe van de geestelijke beproeving dan van de lichamelijke. Ik was toch iets te licht-gewicht op pad voor deze omstandigheden.

Dag 2. Ik wil eigenlijk aan de kop van deze vallei de route weer oppakken. Maar dan kom ik vlak voor Petra Piana op de route. Daar is een week geleden een Parijzenaar uitgegleden en met botbreuken naar het ziekenhuis gebracht. Ook de aanloop ziet er lastig uit. Met lichte tegensparteling neem ik het juiste besluit: een vallei zuidelijker met de auto en de Mare i Monti route gebruiken als aanloop om bij de GR komen bij Refugio Onda. Het wordt een korte etappe. Vandaag hoef ik alleen over de 2000m hoge Muratellu graat . Wolken en zon wisselen elkaar af. Het pad vernauwt, gaat door een rots-spleet en verdwijnt aan de andere  kant in de sneeuw. Er zijn sporen recht door, maar waarheen? Ik ga even zitten om na te denken. Pak de kaart. Kijk op de Suunto. Ik moet hier niet langs, ik moet hier erover, ongeveer 100m omhoog. Hogerop traverseren ook sporen. Ik stamp treetjes omhoog en traverseer onder de graat. Gelukkig is de sneeuw heel stevig: mijn bijl, die ik nu echt als anker in de sneeuw heb geslagen als ik mijn voeten verplaats, zit muurvast. Als ik op de besneeuwde graat kom en aan de andere kant vriendelijke sneeuwvelden zie, juich ik hardop. Traverserend dalend door de sneeuw, daarna rest een makkelijke afdaling langs prachtige rotspartijen en riviertjes. Ik kom veel dagjes-mensen tegen en maak met iedereen een praatje. Tegenover Hotel Monte D'Oro schiet ik uit het bos. 

[Noot: Na terugkomst krijg ik dit te horen van een lokale Brit : " to reach the GR20 from the Restonica valley would have been an epic....you made a good decision not to try to get to the high ground from in there]

Dag 3 (68 km, 4600D+, 4600D-). Ik heb de wekker om 03:00 gezet, maar eigenlijk is dat niet nodig. Ik ben nog/al wakker. Meestal verzekert iemand mij ervan dat ik heb gesnurkt, dan weet ik dat ik heb geslapen. Maar Corinne slaapt te vast. Om 03:30 vertrek ik. In het geheim hoop ik dat ik vandaag tot aan het einde kan lopen. Dat heb ik namelijk op Madeira geoefend.

Ik heb voor het idee deze dag in 3 stukken verdeeld. Tot aan Réfuge de Prati (32 km met 2100D+) , dan tot Col de Bavella (35 km met 2500 D+) en van daar naar Conca, 16 km met 600D+. Het eerste deel loopt lekker. Er zitten bospaden waar ik kan rennen, riviertjes om over te steken, stukje grasveld. De klim richting Prati is wel steil. Ik passeer veel dag wandelaars. Bovenop de col kom ik zelfs wat trail-runners tegen. Het weer is prachtig. Na de mooie vlakke col begint het tweede deel. Het terrein wordt technischer. Granieten graten waar ik op, af en langs moet lopen, veel op wrijving. Mijn Leki stokken berg ik op: ik moet mijn handen gebruiken om te klimmen. Hier gaan mijn tijds-sommetjes in de soep lopen. Meestal haal ik op trainingstempo 10 km/h vlak plus 800D+/h. Maar dat gaat eigenlijk alleen op als ik ergens ook hard naar beneden kan lopen. Met handen en voeten klimmen zit er ook niet bij. Het is wel heel leuk. Links is er een lage wolkenlaag, waait het hard en komen de wolken langzaam omhoog. Rechts is het zonnig en windstil met vogelzang. Ik wissel steeds van weertype als ik over de graat klim. Soms is het even zoeken naar het pad. Ik heb de navigatie van de Suunto uitgezet om de batterij te sparen. Twee keer tik ik rond de 2000m aan dan zak ik af naar Réfugio Usciolo. Ik heb 43 km gelopen, maar heb er bijna 11 uur over gedaan. De "Gardienne" vindt mij wel fit. Ik ben over de helft, maar het is nog ver. De route blijft een tijdlang nog zeer technisch, uiteindelijk daal ik af richting het bos. Ik kom nu ook al veel mensen tegen die de GR aan het lopen zijn, het zuidelijke deel is officieel open. Ik loop door een soort heide landschap, maar de plantjes zijn oer-stug en prikkelig. Ik stop bij een beek om het zout van mij af te wassen en vraag mij af of mijn X-bionic pakje "still is turning my sweat into energy", of dat het verzadigd is. In elk geval loop ik de hele dag al zeer comfortabel.

Bij een rivier staat een auto geparkeerd en er is een camping.  Daarna begint de klim naar.....de col? Ik ben moe. Bij de col moet ik rechtsaf omhoog. Ik herinner mij dat ik Monte Includine nog op moet (2100m) , hopelijk is dit die berg. Ik kom weer in de sneeuwvelden, maar deze zijn allemaal makkelijk door te komen. Heel blij ben ik als ik de kruis zie die de top markeert. Daarna komt de "gevreesde afdaling" naar Réfugio Asinau. Die valt mij alles mee. Je moet wel goed kijken waar je loopt want het zijn weer allemaal rotsplaten met stroompjes water eroverheen. In plaats van om 18:00, ben ik pas om 19:45 in Asinau. Mensen zijn hier aan het koken. Ik heb niets dan trail-food mee en wil heel graag en douche en een bed. Een jongen denkt dat Bavella inderdaad nog een kilometer of 7 is. In elk geval niet meer dan 200 m klimmen. Mooi, dan zou ik daar om 21:00 moeten zijn.Ik ben te lui om op de kaart te kijken.

Col de Bavella bereik ik pas vlak voor 23:00. Het is langer dan ik dacht, technischer en ik betrap mijzelf erop dat ik eigenlijk maar net doe alsof ik hardloop, de stukken waar het kan. Dit is voor mij wel een heel leerzaam stukje van de dag. De TDG komt zo in een heel ander nachtlicht te staan. Ik ben blij dat er licht brandt in de gîte. Ik krijg bier, een stuk worst, een douche en een bed van de gardien die nog aan het doorzakken is met een stel vrienden.

Dag 4 (16 km,  630D+, 1570D-). Ik bel Corinne in Conca en zeg dat ik om 08:30 zal vertrekken. Ik wil mijn telefoon nog een beetje opladen, en 's nachts was de stroom uitgevallen. Deze laatste etappe is ook weer heel mooi: prachtige rotsen, mooie watervallen en meer bloemen dan op de rest van de route. Ik heb nog wat trail-food, maar heb meer zin in hartige Corsicaanse soep. Wandelaars die de andere kant opgaan. Raar: wat zij de komende week gaan zien, heb ik gisteren allemaal gezien. 5 km voor het einde komt Corinne mij tegemoet lopen. Ik heb het idee dat ik haar heel lang niet heb gezien. We lopen een stukje samen op, maar als het weer echt af begint te lopen loop ik door. Bij het officiële startpunt spreek ik twee leuke jongens. Ze zijn goed voorbereid: steigijzers en pikkels. Ik denk dat het ze wel lukt de hele route te doen. Ze hebben 10 dagen. Om precies 13:00 loop ik Conca binnen. Ik ben nog nooit zo blij geweest een stuk asfalt te zien.


Running the GR20 - Corsica

$
0
0
Running the GR20 - 19 tm 22 mei 2014
 
"La neige est toujours bien présente dans tout le Cirque, entre les cols Tumaginesca (2183) te Minuta (2218). Soyez prudents te te suffissamment équipés!"
(24.05.2014)
 
Het liefst wil ik de GR20 lopen als het niet te druk is. In het najaar heb ik elk jaar een wedstrijd die voor gaat, dus moet het maar in het voorjaar gebeuren. Dit voorjaar past het ook in mijn voorbereiding voor de Tor des Géants: technisch, lang en uitdagend, zeker als je het in 4 dagen wil afleggen.....
 
Omdat mijn klimmaatje Corinne mee wil als support team, heb ik de mogelijkheid lichtgewicht te gaan. De winter is zacht geweest, maar helaas is er op Corsica nog heel laat sneeuw gevallen. Ik pak ijsbijl en steigijzers in, en schat mijn kansen om de route volledig te lopen op zo'n 53%. Omdat ik net het voordeel van de twijfel wil hebben.
 
 
Logistiek zit het tripje goed in elkaar. We vliegen op Calvi, dan is het een half uurtje rijden naar start dorp Calenzana. Ik heb hotels geboekt voor twee plekken onderweg en aan de finish. De hutten zijn altijd open als schuilplaats onderweg. Terug vliegen we vanaf Ajaccio, ongeveer 3 uur rijden van de finish in Conca. Ertussen ligt (afhankelijk van de bron van informatie) ongeveer 173 km en 12.500D+. Het noordelijke deel (90 km, 7500D+) is zwaar en alpine, het zuidelijke deel (83 km, 5000D+) is……..ook zwaar.
 
 
Dag 1 (34 km, 3200D+, 2635D-). Corinne zwaait mij uit net voor 6 uur. Ik heb niet veel geslapen. Het is bewolkt en er is regen voorspeld, maar de temperatuur is heerlijk. Op mijn papiertje staat 43 km met 3700 hm. Veel, maar moet wel kunnen op een dag. Hoewel de eerste stukken goed te doen zijn (rotsige paden, grassig colletje in de zon), kom ik al gauw op hellingen waar ik met handen en voeten moet klimmen. Wel heerlijk klauteren, maar het schiet niet op. Als ik de eerste sneeuwvelden tegenkom, zijn de wit-rode markeringen vaak verborgen. Gelukkig heb ik de route in de Suunto Ambit geladen, dus echt fout kan ik niet lopen. Hogerop zijn de sneeuwvelden steiler. Uiteindelijk trek ik toch mijn mini stijgijzertjes aan en pak de pikkel. Zelfverzekerd steek ik nu over. Bij Refugio Carrozzu vertel ik nog heel blij aan een Duits stel dat ik naar Castel Vergio wil, die dag. Zij kijken vertwijfeld. Meteen daarna, tijdens het oversteken van een rivier, begint het keihard te regenen. Ik moet op rots-platen omhoog. Langs de klip is een ketting gespannen, maar als ik daar loop krijg ik helemaal een stortdouche. Gelukkig hebben mijn Tecnica schoenen super-grip. Ik loop makkelijk.
Maar voorzichtig. En langzaam. Mijzelf blesseren is geen optie. Ik bereik een kom, gevuld met sneeuw. Steil omhoog volg ik de sporen. Dan in een gleuf tussen rotsen en bosjes door de sneeuw. Een paar keer zak ik met mijn been tussen de rotsen. Inmiddels ben ik ook erg nat. Corinne kan mij ook komen halen in Haute Asco, na 24 km. Ik wil haar sms'en, boven op de berg, maar "alles en ik" is zo vochtig dat dit niet lukt.  De afdaling is te doen, van rots naar rots naar beneden, af en toe een sneeuwgeul. Na 10 uur onderweg te zijn ben ik in de Refugio. Twee Finnen gaan daar net linzen met worst eten. Zij hebben er 3 dagen over gedaan om hier te komen. Corinne sms't dat ze bijna in Castel Vergio is. Ze komt eraan, maar het duurt een uur. Ik bazel nog wat tegen de Finnen over Helsinki, wens ze succes en begin de licht dalende weg af te rennen om warm te blijven. Na 10 km is Corinne er. We besluiten dat Castel Vergio te ver weg is en vinden een hotelletje in het Restonica Vallei. Ik ben eigenlijk meer moe van de geestelijke beproeving dan van de lichamelijke. Ik was toch iets te lichtgewicht op pad voor deze omstandigheden.
 
 
Dag 2 (15 km, 1400D+, 900D-). Ik wil eigenlijk boven aan deze vallei de route weer oppakken. Maar dan kom ik vlak voor Petra Piana op de route. Daar is een week geleden een Parijzenaar uitgegleden en met botbreuken naar het ziekenhuis gebracht. Ook de aanloop ziet er lastig uit. Met lichte tegensparteling neem ik het juiste besluit: met de auto een vallei zuidelijker rijden en daar de Mare i Monti route gebruiken als aanloop om bij de GR komen bij Refugio Onda. Het wordt een korte etappe. Vandaag hoef ik alleen over de 2000m hoge Muratellu graat . Wolken en zon wisselen elkaar af. Het pad vernauwt, gaat door een rots-spleet en verdwijnt aan de andere  kant in de sneeuw. Er zijn sporen recht door, maar waarheen? Ik ga even zitten om na te denken. Pak de kaart. Kijk op de Suunto. Ik moet hier niet langs, ik moet hier erover, ongeveer 100m omhoog. Hogerop traverseren ook sporen. Ik stamp treetjes omhoog en traverseer onder de graat. Gelukkig is de sneeuw heel stevig: mijn bijl, die ik nu echt als anker in de sneeuw heb geslagen als ik mijn voeten verplaats, zit muurvast. Als ik op de besneeuwde graat kom en aan de andere kant vriendelijke sneeuwvelden zie, juich ik hardop. Traverserend dalend door de sneeuw, daarna rest een makkelijke afdaling langs prachtige rotspartijen en riviertjes. Ik kom veel dagjes-mensen tegen en maak met iedereen een praatje. Tegenover Hotel Monte D'Oro schiet ik uit het bos. 
 
[Noot: Na terugkomst krijg ik dit te horen van een lokale Brit : " To reach the GR20 from the Restonica valley would have been an epic....you made a good decision not to try to get to the high ground from in there]
 
Dag 3 (68 km, 4600D+, 4600D-). Ik heb de wekker om 03:00 gezet, maar eigenlijk is dat niet nodig. Ik ben nog/al wakker. Meestal verzekert iemand mij ervan dat ik heb gesnurkt, dan weet ik dat ik heb geslapen. Maar Corinne slaapt te vast. Om 03:30 uur vertrek ik. In het geheim hoop ik dat ik vandaag tot aan het einde kan lopen. Dat heb ik namelijk op Madeira geoefend.
Ik heb voor het idee deze dag in 3 stukken verdeeld. Tot aan Réfugio de Prati (32 km met 2100D+), tot Col de Bavella (35 km met 2500D+) en van daar naar Conca (16 km met 600D+). Het eerste deel loopt lekker. Er zitten bospaden waar ik kan rennen, riviertjes om over te steken, stukje grasveld. De klim richting Prati is wel steil. Ik passeer veel dag-wandelaars. Bovenop de col kom ik zelfs wat trail-runners tegen. Het weer is prachtig. Na de mooie vlakke col begint het tweede deel. Het terrein wordt technischer. Granieten graten waar ik op, af en langs moet lopen, veel op wrijving. Mijn Leki stokken berg ik op: ik moet mijn handen gebruiken om te klimmen. Hier gaan mijn tijds-sommetjes in de soep lopen. Meestal haal ik op trainingstempo 10 km/h vlak plus 800D+/h. Maar dat gaat eigenlijk alleen op als ik ergens ook hard naar beneden kan lopen. Mijn som houdt ook geen rekening met met handen en voeten klimmen. Het is wel heel leuk. Links is er een lage wolkenlaag, waait het hard en komen de wolken langzaam omhoog. Rechts is het zonnig en windstil met vogelzang. Ik wissel steeds van weertype als ik over de graat klim. Soms is het even zoeken naar het pad. Ik heb de navigatie van de Suunto uitgezet om de batterij te sparen. Twee keer tik ik rond de 2000m aan dan zak ik af naar Réfugio Usciolo. Ik heb 43 km gelopen, maar heb er bijna 11 uur over gedaan. De "Gardienne" vindt mij wel fit. Ik ben over de helft, maar het is nog ver. De route blijft een tijdlang nog zeer technisch, uiteindelijk daal ik af richting het bos. Ik kom nu ook al veel mensen tegen die de GR aan het lopen zijn, het zuidelijke deel is officieel open. Ik loop door een soort heide landschap, maar de plantjes zijn oer-stug en prikkelig. Ik stop bij een beek om het zout van mij af te wassen en vraag mij af of mijn X-bionic pakje "still is turning my sweat into energy", of dat het verzadigd is. In elk geval loop ik de hele dag al zeer comfortabel.
Bij een rivier staat een auto geparkeerd en er is een camping.  Daarna begint de klim naar.....de col? Ik ben moe. Bij de col moet ik rechtsaf omhoog. Ik herinner mij dat ik Monte Includine nog op moet (2100m) , hopelijk is dit die berg. Ik kom weer in de sneeuwvelden, maar deze zijn allemaal makkelijk door te komen. Heel blij ben ik als ik de kruis zie die de top markeert. Daarna komt de "gevreesde afdaling" naar Réfugio Asinau. Die valt mij alles mee. Je moet wel goed kijken waar je loopt want het zijn weer allemaal rotsplaten met stroompjes water eroverheen. In plaats van om 18:00, ben ik pas om 19:45 in Asinau. Mensen zijn hier aan het koken. Ik heb niets dan trail-food mee en wil heel graag en douche en een bed. Een jongen denkt dat Bavella inderdaad nog een kilometer of 7 is. In elk geval niet meer dan 200 m klimmen. Mooi, dan zou ik daar om 21:00 uur moeten zijn. Ik ben te lui om op de kaart te kijken. 
 
Col de Bavella bereik ik pas vlak voor 23:00. Het is langer dan ik dacht, technischer en ik betrap mijzelf erop dat ik eigenlijk maar net doe alsof ik hardloop, de stukken waar het kan. Dit is voor mij wel een heel leerzaam stukje van de dag. De TDG komt zo in een heel ander nachtlicht te staan. Ik ben blij dat er licht brandt in de gîte. Ik krijg bier, een stuk worst, een douche en een bed van de gardien die nog aan het doorzakken is met een stel vrienden.
 
Dag 4 (16 km,  630D+, 1570D-). Ik bel Corinne in Conca en zeg dat ik om 08:30 zal vertrekken. Ik wil mijn telefoon nog een beetje opladen, en 's nachts was de stroom uitgevallen. Deze laatste etappe is ook weer heel mooi: prachtige rotsen, mooie watervallen en meer bloemen dan op de rest van de route. Ik heb nog wat trail-food, maar heb meer zin in hartige Corsicaanse soep. Wandelaars die de andere kant opgaan. Raar: wat zij de komende week gaan zien, heb ik gisteren allemaal gezien. 5 km voor het einde komt Corinne mij tegemoet lopen. Ik heb het idee dat ik haar heel lang niet heb gezien. We lopen een stukje samen op, maar als het weer echt af begint te lopen loop ik door. Bij het officiële startpunt spreek ik twee leuke jongens. Ze zijn goed voorbereid: steigijzers en pikkels. Ik denk dat het ze wel lukt de hele route te doen. Ze hebben 10 dagen. Om precies 13:00 uur loop ik Conca binnen. Ik ben nog nooit zo blij geweest een stuk asfalt te zien!

Nawoord

Ik wil heel graag een keer terug, al is het alleen om de delen te zien die ik nu heb gemist. Ik denk nog altijd dat ik het in 4 dagen zou moeten kunnen lopen. Maar niet in 3. Bij het slapen in hutten moet ernstig rekening worden gehouden met bedbugs.
Voor de TDG is het goed dat ik een keer ongepland de nacht in ben gelopen. Als je 's nachts alleen in de bergen loopt is het goed om "in het moment" te blijven, in plaats van je zorgen te maken "hoever, hoelang, waar?, etc.
Wat ik  nu niet heb geoefend is kort rusten: 60-90 minuten. Dit moet ik de komende maanden nog doen.
 
Ik ben echt heel blij met de kleding van X-Bionic. Ik zweet teveel, en het idee om bij een lange loop dagen achtereen zeiknat te zijn stond mij tegen. Daarnaast krijg ik het dan koud. De kleding van X-Bionic werd vochtig maar niet nat. 
 

Lopen in Kilians achtertuin

$
0
0

Soms ben je even klaar met rennen in je eigen achtertuin en ga je eens voor de achtertuin van iemand anders. Die van ene Kilian Jornet bijvoorbeeld. Een korte beschrijving van een weekendje lopen in de Sierra del Cadí, op anderhalf uur rijden van Barcelona.

Waarom niet een paar trainingshoogtemeters toevoegen aan een werkbezoek in Barcelona, bedachten we ons, niet zo heel lang geleden. Twee tickets voor weinig geld naar het Catalaanse Gerona, een huurautootje voor 7 euro per dag en een telefoontje naar de uitbater van een berghutje maakten met weinig voorbereiding een mooi rondje van 80 km door de Pyreneeën mogelijk.

De Cavalls del Vent is de naam die acht samenwerkende berghutjes in de Sierra del Cadí gaven aan een rondje dat de hutjes verbindt. De basislengte van de ronde is een kilometer of 80/90 met iets meer dan 5000 hm. De Cavalls del Vent is in 20 uur wel te lopen, maar er is in het seizoen volop mogelijkheid om het parcours op te knippen in enkele dagetappes. Overnachten kan in de hutjes, evenals eten. Je kunt overal op het parcours instappen. Voor ons was het dorpje Bagá de meest logische start en finishplek. Ik reserveerde een overnachting in een van de hutjes, omdat we buiten het seizoen liepen en zeven van de acht hutten nog gesloten waren. De waard opende op ons verzoek zijn hut voor ons twee.

Ik had een set kaarten van het gebied, voor het geval dat, maar de route staat op de meeste plaatsen fantastisch aangegeven. Als je na de winter, maar voor het seizoen (juni-oktober) loopt, riskeer je dat de signalering met oranje verfstippen hier en daar wat moeilijker te vinden is. Maar navigatie in het gebied is uitermate simpel.

We lopen de eerste dag 8 uur en de tweede dag iets meer dan 10 uur. Dat zijn best aanslagen op de bergbeenspieren, zo in het begin van het seizoen. Op hoogte (rond 2500 m) happen we naar zuurstof in de ijle lucht. Voor zeeniveau bewoners is de hoogte even wennen. Na een boeiende stijging van uit het dal naar het hoogste punt van de route in drie uur (1600 m hoogteverschil) haal ik een paar worsten en een pak appelsap uit mijn best zware rugzak. Omdat het off saison is nemen we voor de zekerheid veel drank en voedsel mee. En een slaapzak voor in de hut. Goede zeultraining. Die slaapzak blijkt die avond een overbodige extra trainingskilo, want de hut heeft dekens.

Knagend aan de worst wijs ik Nicole aan waar ik vermoed dat we vorig jaar waren, aan de overkant van het dal, op de Spaanse zuidflank van de bergketen die de grens vormt met Andorra. Daar liepen we vorig jaar met Jared Campbell door de sneeuw, als opwarmertje voor de Ronda dels Cims, vanuit de berghut die jaren terug door de pa en ma Jornet werd gerund toen Killian leerde lopen. En skiën. En klimmen.

De Sierra del Cadí biedt honderden kilometers loperij, van makkelijk tot een stuk moeilijker. Het Cavalls del Vent initiatief biedt beginnende en gevorderde berglopers een mooi parcours ter lering ende vermaak. Met veel geklauter en een leuke afwisseling van technisch terrein en wat makkelijkere jeeptracks en heel vroeg in het seizoen hier en daar wat sneeuw.

Ik ben zelf erg enthousiast over dit stukje relatief onbekende Spanje. Verbindingen met ‘lowcost carrier destinations’ als Réus, Barcelona en Gerona zijn uitmuntend, en het biedt Spaans hooggebergte en een bijzondere ervaring voor iets meer dan de kosten van een weekendje Ardennen. Ik ga er dit jaar misschien wel terug om het rondje non stop te slechten. Uit en thuis in een weekend is zeker mogelijk. Het kan overigens geen kwaad om in die contreien wat Spaans of Catalaans te spreken. Veel info is beschikbaar in het Engels of Frans, maar de kers op de taart bestel je nou eenmaal niet in een toeristentaal.

 

 

La Sportiva Bushido: de weg van de krijger.

$
0
0

La Sportiva kende ik van de oerdegelijke berg- en klimschoenen. Terwijl ze allemaal een andere functie dienen is iedere La Sportiva schoen tot in het kleinste naadje ontworpen om gebruikt te worden gebruikt in de bergen, grof gebruikt.

Dat La Sportiva klimschoenen maakt was te merken met de eerste trailschoen die ik van de Italiaanse makers paste: de Q-lite, vergelijkbaar met de Speedcross maar steviger. Deze heb ik niet kunnen testen, simpelweg omdat ik mijn voet er niet in kreeg, zo smal. Ik keek dan ook reikhalzend uit naar het nieuws van de ISPO vorig jaar. Wat kon ik verwachten van dit prachtmerk uit de Dolemieten? Daarop werd ik gewezen op de Bushido. Een nieuw model met een agressieve zool doch geen tractorband a la Speedcross, een stevige feel -niets anders verwacht- en een wat bredere pasvorm. Bushido is 'weg van de krijger', de erecode van de Samurai. Ik mocht ze testen:

Pasvorm:

Tja, breder dan de Q-lite zijn ze zeker: mijn voeten pasten er in. Maar na een minuut of tien begonnen mijn tenen te tintelen. Tegen beter weten in nam ik ze mee voor een rondje N70. Later bij mijn fiets vervloek ik de Bushido's, mijn tenen zijn totaal gevoelloos. Dat terwijl ik zo graag een positieve review zou maken. Alle features rieken immers naar een fantastische schoen.

Ik besloot het anders aan te pakken en er een paar dagen op te werken. Dit leek te helpen. De tintelende sensatie in mijn tenen verminderde en de keren kletsnat door de modder lijken de pasvorm goed te doen. Warempel! Net als klimschoenen en bergschoenen blijkt de Bushido een zekere tijd nodig te hebben om naar de voet te groeien. Eindelijk kan ik beginnen aan een positieve review van een schoen die dat waard is.

Alle ballen op stabiliteit!

La Sportiva doet niet aan 'trailrunning', zij noemen het 'mountainrunning'. Niks bospaadjes met boomwortels maar rotspaden, stijl op en neer dwars door de Dolemieten. Want daar staat de fabriek  en dat is waarvoor ze schoenen maken.

Sleutelwoord is 'stabiliteit', om er in een keer van af te zijn: ik kan me geen stabielere trailschoen voorstellen. Dit hebben ze voor elkaar gekregen door de middenvoet vast te zetten met een dik urethaan skelet welke met de veter om de voet getrokken wordt. Deze techniek wordt bij vrijwel alle hardloop/trailschoenen gebruikt maar is een stuk dikker. Echter houd dit materiaal niet op bij de zool, maar loopt het als een stuk onder door. Hierdoor voelt de schoen als aan de voet gelast. De stevige heelcup samen met de brede basis van de loopzool -onder de vrij smalle schoen- zorgen voor een oerstabiel fundament.

On the downside

 Wat me ook meteen aansprak was de zool. De zool is een Dual Density FrixionXT-zool, wat simpelweg inhoud dat er verschillende hardheden rubber zijn gebruikt. In de binnenkant is gebruik gemaakt van zachter rubber die veel wrijving heeft. De noppenstructuur heeft veel weg van de Q-lite of Speedcross maar doordat de noppen minder lang zijn is de Bushido allround in gebruik. De randen van de zool, voor reviews handig geaccentueerd met een fel kleurtje, zijn gemaakt van een harder rubbercompound. Deze geeft weliswaar minder wrijving op de natte rots maar het hardere profiel bijt zich lekker in de grond tijdens scherpe bochtjes op singletracks. Daardoor blijf je met de relatief brede zool erg wendbaar op de vierkante centimeter.

 Pleasant surprise is de demping. Met 6mm heeldrop is het geen minimal runningschoen maar de ontiegelijk stijve zool onder de middenvoet en hak schiep de verwachting op een stuk hout te gaan lopen. Niets minder waar want de MEMlex midsole -wat dat ook mag betekenen- geeft op alle ondergronden een vederzachte landing. Hoewel de achterkant aanvoelt als een lekker dempende maar stijgijzervaste schoen is de voorkant lekker soepel. Geen minimal-soepel, maar soepel genoeg om lichtvoetig over onvriendelijke paadjes te huppelen. Dankzij de geperste EVA rockplate ook zonder last te hebben van het scherps dat op de weg komt. (In mijn geval enkel boomwortels.)

De kers op dit kunststukje van een zool is de mogelijkheid om in de zool een tiental spikes te draaien. Niet getest, maar mocht iemand me daar kunnen aanvullen, alvast bedankt!

 

En verder?

Wat ook genoemd moet worden is de toe-cap. Die is breed en gemaakt van een dik rubber, die je niet zomaar kapot trapt.

Nog een puntje is de binnenvoering. In de neus is die dun en ventilerend. Echter in de hak is de binnenvoering gemaakt van badstofachtig materiaal. Eerlijk is eerlijk, het zit lekker maar wat aan de zware kant. Vooral als het nat wordt, en is dat het geval dan droogt het niet zoals je gewend bent van je vederlichte minimal trialkiksen.

Als laatste de tong. Die is, anders dan voorgaande La Sportiva modellen, niet afgedekt aan de buitenkant van de veters maar loopt aan de binnenkant door tot onder de binnenzool. Te vergelijken met Endofit van Salomon. Hierdoor zit je voet lekker vast, is beschermd tegen troep en je kan eindelijk fatsoenlijk bij je veters.

Alles bij elkaar:

 Is de Bushido een oerdegelijke trailschoen die loopt alsof je op heipalen staat: het lijkt onmogelijk om te zwikken. Bij het ontwerpen is als doel gesteld een lichtgewicht schoen te maken zonder concessie te doen aan duurzaamheid. Er is gebruik gemaakt van stevig suedeleer waar nodig, een toe-cap die werkschoenen niet misstaan, dik urethaan 'exoskelet' en een comfortabele hielvoering. Het is geen schoentje van 210gram die na 300km van je voet valt. (Wil je een lichte schoen van La Sportiva, kijk dan naar de Helios.) Bushido is een schoen gemaakt voor de bergen, om deze te overleven en dat met een heel acceptabel gewicht.

 Zonder dat ik er ervaring mee heb denk ik ze te kunnen afraden voor lange ultra-afstanden -pak daarvoor de Ultra Raptor- want ze missen simpelweg, met 6mm heeldrop, comfort. De Bushido blinkt uit op afstanden tot 50 a 60km, technische trails waar schoenen veel te lijden krijgen en waar je secuur je passen wilt plaatsen, waar snelheid ook een zekere factor speelt en over diverse ondergronden.

 Ik ben  serieus aan het overwegen de Bushido mee te nemen op het avontuur van de Eigertrail. En na het finishen van zo'n trail nog een, en nog een en nog wat trainen. Je moet er alleen, vooral met bredere voeten, wat tijd uittrekken voor het inlopen. Spartaans, stevig, degelijk en een gezonde dosis agressie. Zolang die weg niet ultra-lang is, is dit de krijger voor de zwaardere missie.

 

 

 

 

 

 

 

 

Freudenburg prolongeert titel op zomerse Stuwwaltrail

$
0
0

750 geluksvogels namens zaterdag deel aan de tweede editie van de Stuwwaltrail. Onder zomerse omstandigheden werden de 19 kilometers en 500 hoogtemeters weggeharkt. Voor de lopers was het warme weer een extra uitdaging op het toch al pittige parcours in Oosterbeek. De regen van de afgelopen week maakte het parcours op gedeeltes verraderlijk glad. De combinatie maakte ook deze editie tot een zware beproeving. Gelukkig stond ook dit keer een ijskoude goudkleurige beloning te wachten bij de finish. De Nederlandse Amerikaan Zac Freudenburg wist als eerste een Erdinger Alkoholfrei te bemachtigen. In een tijd van 1.18 uur was hij als eerste aan de finish. Hiermee prolongeerde hij zijn titel als snelste man op de Oosterbeekse stuwwallen. Corelien Kloek (1987) uit Utrecht mag zich de snelste vrouw noemen. 

Het fotowerk bij deze editie was in handen van Studio Arnhem. Sportfotograaf Barbara Kerkhof zorgt voor een sfeerimpressie die via Facebook beschikbaar zal worden gesteld.

Een overzicht van de podia:

1.

Zac Freudenburg

1.18.04

2.

Johan Kats

1.25.51

3.

Robert van den Heuvel

1.26.23

 

1.

Corelien Kloek

1.38.40

2.

Jolien van Hooff

1.41.18

3.

Winnie Dankers

1.43.28

Een volledig overzicht van de resultaten is te vinden op de site van Racetimer.

Startdosering zorgt voor minder files
De kleine paadjes van de Stuwwaltrail en de steile klimmen vormen een natuurlijke beperking voor het aantal deelnemers aan deze wedstrijd. De proefeditie van 2013 had geleerd dat 500 lopers op het parcours al kon zorgen voor wat filevorming. Derhalve werd er met 750 ingeschreven deelnemers gekozen voor 3 startgroepen van 250 deelnemers. In de voorste groep startten de klassementslopers. De intervallen zorgden voor een betere spreiding op het parcours.

Nagenieten in zomers Oosterbeek
Het lekkere week zorgde voor een gezellige nazit in het tentendorp van de Stuwwalloop. Ook dit jaar maakte de Stuwwaltrail weer onderdeel uit van de Stuwwalloop, die bezig is aan haar 7e editie. Het middenterrein van de lokale skeelerbaan was omgebouwd tot een tentendorp met allerlei leuke actviteiten en lekker eten.  Terwijl de dames en heren van de trail hun heldenverhalen uitwisselden waren zij tevens getuige van de wegwedstrijd.

Als organisatie werden we regelmatig aangeschoten door mensen die ons met een glimlach vervloekten vanwege de zwaarte van het parcours. En om hun deelname voor 2015 alvast veilig te stellen. Mooi complimenten voor een wedstrijd die al na twee edities kan rekenen op echte fans.


Foto's Heiko Hartsuijker

Foto's Mischa Visser

Foto's Marijn van Bijlert

Blog Run-way Girls

Blog Fiona Markus

Blog Trailrunning Oost Nederland
 

Bezoek aan Station de Trail - Chartreuse

$
0
0

Het afgelopen Hemelvaartsweekend kon ik op uitnodiging van mijn sponsor Raidlight in St Pierre de Chartreuse doorbrengen. St Pierre de Chartreuse ligt in de Franse Alpen en is de thuisbasis

van Raidlight en ook de plek waar in 2011 het eerste "Station de Trail" is geopend. Inmiddels is er een heus netwerk van Stations de Trails aan het ontstaan. Op 1 juni is alweer het tiende station geopend, in Gerardmer (Vogezen). Ook wordt er binnenkort een station geopend in Herbeumont, in de Ardennen. Dat is goed nieuws voor vlaklanders die een keer wat anders willen dan vuilnisbelten, dijken en stuwwallen! 

Het Station de Trail concept bestaat uit een website waar je de routes kunt bekijken en downloaden en waar je je tijden kunt posten. Ieder station heeft een ruimte waar je je kunt omkleden, relaxen en douchen en je kunt je spulletjes opbergen in een locker. Tenslotte zijn er gemarkeerde routes, variërend van een paar 100m om intervaltrainingen te kunnen doen tot meer dan 30km door technisch terrein met de nodige hoogtemeters. Ook bieden de meeste stations een mogelijkheid om een Vertical K te lopen. De routes hebben een nummer en een kleurmarkering om de zwaarte aan te geven (groen, blauw en rood) en zijn zeer goed uitgepijld. Verdwalen is vrijwel onmogelijk, maar een GPS en eventueel een kaart zijn wel aan te bevelen. Het Station de Trail in Chartreuse biedt bovendien de mogelijkheid om via het Vertical Outdoor Lab trailmaterialen van Raidlight te testen. Schoenen, rugzakken, jasjes, broeken.. je kunt het helemaal gratis testen. En na afloop kun je (frisgedoucht) je spaarpot stukslaan in de naastgelegen winkel een nieuwe trailoutfit aan te schaffen.

Maar goed, we hebben natuurlijk vooral veel gelopen in Chartreuse. Tijdens het Hemelvaartsweekend vindt namelijk de 3 jours de Chartreuse plaats. 3 dagen bomvol trailevenementen, met een vertical K op donderdag, een drietal korte challenges op vrijdag en een 22km of 50km trail op zaterdag. Het is werkelijk een fantastisch gebied om te lopen! De bergen lijken op het eerste gezicht vrij vriendelijk, maar ik kwam er snel achter dat schijn bedriegt. Hoe hoger, hoe ruiger. De vertical K was een gave ervaring, in iets meer dan 4km overbrug je bijna een hele kilometer aan hoogteverschil. Het programma op vrijdag hebben we aan ons voorbij laten gaan om zelf één van de routes van het Station de Trail te kunnen lopen. We liepen een erg mooie, niet al te zware (blauwe) route van 16km en bijna 1.000 hoogtemeters. De trail op zaterdag tenslotte was erg mooi, maar ook behoorlijk zwaar vanwege de vele hoogtemeters en moeilijke ondergrond.


Bekijk ook de video over het concept 'Stations de Trail'

Grand Raid Occitane: de woestenij van het wilde-warme-winderige zuiden

$
0
0

Je kan het niet over de Grand Raid Occitane (GRO) hebben zonder aandacht te besteden aan z’n organisator. Niemand minder dan Antoine Guillon himself.  Op zijn extreem gevulde palmares vallen niet alleen zijn Grand Raid du Reunion (podium) klasseringen op. Zijn bijnaam in Frankrijk is “de metronoom” vanwege z’n  super regelmatige wedstrijd tempo. Verder is hij de vriendlijkheid en bescheidenheid zelve en een perfectionist, zeker als organisator. Zijn wedstrijd gaat door z’n achtertuin, over zijn trainingsparcoursen, stuk voor stuk steil, warm, bijzonder technisch en mooi. En hij heeft de liefhebbers van kortere trails niet vergeten. Naast de 165km zijn er ook een 105 km, een 45 km en een 11 km trail.

Antoine himself doet de briefing voor het bescheiden peleton. Slechts 110 man aan de start van de 100 mijl. De kortere loopjes trekken aanzienlijk meer volk.

Dit is zo’n wedstrijd die ik met wat twijfel tegemoet treed. Niet vanwege z’n lengte al moet je een 100 mijler nooit onderschatten. Niet vanwege z’n terrain, varierend van onregelmatig tot zeer technisch. En ook niet vanwege z’n bijna 10.000 mD+. De Zuid-Franse eind mei hitte is berucht. Hij wordt gereflecteerd door het kalksteen gebergte en blijft hangen tussen de rotswanden. Een oven voor zij die wat noordelijker wonen. Bij mij in de buurt is de temperatuur nog amper boven de 15°C gekomen. Die hitte is m’n grootste vijand. De rest van de race simpel: 3 delen van zo’n 55 km met ieder hun eigen motto.

Motto 1: Fast running does not guarantee meeting the destination
Rustig beginnen, rustig. Ritme zoeken. Drinken. Vorig jaar presteerde de nummer 4, Luca, het om een negative split te lopen. Mooi idee. Ik loop de eerste 10 km dan ook maar met hem op. Daarna neem ik met Jannick Delva gedurende wat kilometres de trailscene van Nederland en Belgie door. Als oude wijven zeuren we over die jeugd van tegenwoordig. ‘T parcours slingert zich door bosjes in alle vormen en steiltes, met als gemeenschappelijke deler dat er overal grote & kleine losse stenen liggen. Een vaak totaal onoverzichtelijk doolhof  op mooie franse kalkbergjes vol met bosvarkens. Na 4 uurtjes wordt dat relaxed hobbelen minder relaxed, de hitte haalt me in en vloert me. Terug naar de eerste versnelling, vanavond zal ‘t wel weer afkoelen. Ik schuif helaas aardig op in ‘t peleton. Ieder miniem stroompje of bronnetje benut ik om te badderen en ‘t helpt steeds maar even. Stick to your motto. Na ruim 50km is ‘t nog steeds even warm en hervind ik mijn dropbag. Tijd voor soep wat vers eten en een paar armwarmers voor als het afkoelt. Tijd voor het echte werk.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Motto 2: Focus, refocus en remain focused
We gaan de Gorges de Colombieres in, midden in het Carroux gebergte. Adembenemend mooi. Stenen zijn vaak met wat ijzertjes vast gezet op de schuine kloof wanden. Tibetaans aandoende paadjes.  De Carroux is een onterecht onbekend gebied, een trail paradijs met z’n grillige beuken en kastanje bossen. Talloze keine wilde riviertjes en canyons, hoge kale plateaus en grillige rotsformaties. Een groot aantal beroemde Franse alpinisten perfectioneerden in deze uithoek hun techniek. Rustig klimt het 600 omhoog om via een graatje naar wat lager gelegen riviertjes tegaan. Een buitje zorgt voor wat verkoeling, maar opschakelen naar de 1e versnelling zit er niet in. Focus.  De volgende bult is een rotsgraat vol in de wind. Een postende vrijwilliger vertelt me dat die bergwind , de tramontane, als verzachtende omstandigheid in rechtzaken wordt geaccepteerd. Mensen worden er, als het dagen aanhoudt, volledig gestoord van. Het kost moeite om hier koers te houden. De volgende bult op 800 meter, 2e helft vol in de wind. De brandweer heeft hier een extra post ingericht, iedereen wordt gecheckt, gecontroleerd en ondervraagd of ze ‘t zeker weten……..Ik haal het net om voor het donker weerbeneden te zijn. Ironisch genoeg heet het dorp Plaisance (plezier) De klim die volgt gaat dwars door donkere winderige vage bosages en keienvelden. Ik kruis wat tierende lopers. Weinig trail hier. Het plateau boven is koud en kaal, er schijnen wilde schapen te wonen. Communiceren is door de bulderende wind onmogelijk. Gedriëen ploegen we voort. Franck waait letterlijk het prikkeldraad in. We scheuren hem los. De ravito in het gehucht boven is spartaans gehuisvest onder een afdak. Tegen de tijd dat we afdalen is de ‘sportieve’ markering overgegaan in rudimentaire markering. Die ook is weggewaaid. Refocus. Op de grond letten, waar over de keien ziet het er in het donker belopen uit ? M’n gevoel heeft het meestal goed en ik verzamel nog wat verdwaalde trailers achter me aan. Het soort van helling dat omlaag net zo snel als omhoog gaat. Antoine is een sadist, gaat het gerucht…… Het gerucht wordt bevestigd als we in een rivieroversteek allemaal op de gladde stenen onderuit gaan.

Remain focused. Maar eerst een slaapje, 5 minuten tegen een boom, daarna haal ik m’n groepje weer bij. Eeuwen oude stenen trappen omhoog. Daarna bij zonsopkomst de gorge de Heric in, Moe maar in m’n element. Steil, zigzaggend, keien als traptreden en boomwortels als afwisseling. Met  deel 2 ben ik  klaar bij m’n dropbag op de volgende ravito in Mons.

Motto 3: Wegens warmte ingeruild voor motto 1
Een half uurtje slaap doet wonderen, gezien de verwachte warmte zal ik de eerste versnelling in moeten. Jammer. Nog 2 keer de Montahut, één van de hogere pieken van de Carroux, op. De eerste keer is bussiness as usual, prachtige bossen, bijna onzichtbare zwijnenpaadjes, romantische riviertjes, geheimzinnige ruïnes en winderige plateaus, om uit te komen bij een huisje dat een kruising is tussen slagerij en berghut. De jagers bemannen deze ravito met veel drank en eten. Keuze tussen zwijnsham of paté op de sandwich.

De 2e keer de Montahut op is amusanter. Ik zie wat hoger een groepje rotsklimmers. Zonder touw. Met stokken. Met trail en running had het al vaker niets te maken, nu is het tientallen meters 3e en 4e graads klimmen, todat je weer eens een lintje ziet. Zolang het klimmen niet te moeilijk wordt ga je goed denk ik maar. Voor me zijn ze ‘not amused’. Mooi is het hier wel. Via een crosscounty afdaling bereiken we de laatste downhill van de Carroux, terug naar het te warme droge kalkgebergte. Puffend hobbel ik door tot ik bij een feest ravito kom. We kruisen hierde 54 km van de ‘Saute Moflons’.  Ik wacht het zakken van de zon en de temperatuur af, vastbesloten om motto 3 nog in werking te stellen. Race like there’s someone 3 minutes in front of you and race like there’s some 3 minutes behind you. Dat moet lukken die laatste 15 km. De vaart komt terug, de paden lijken soepeler te worden. De benen ook. Zin in bier, zin in eten, zin in klaar zijn. Antoine wacht me grijnzend op bij de finish. Wat een beest van een race !

Conclusie
Renaud Rouanet voegt een zege toe aan zij inmiddels indrukwekkende palmares. Als local kent hij naareigen zeggen iedere steen. Zo’n 50% haalt binnen 50uur de finish. Ik had ingezet op de top 10 in een uur of 32. Het werd een 18e plek in ruim 36 uur. 

Een paar prachtige races in een heerlijk vakantie gebied. Goed bereikbaar vanuit Zuidfranse vliegvelden. Wie zet het in z’n agenda voor 2015 ??!
 


Website 6666 Occitane

Meer fotos

Foto credits: Akunamatata


Gideon is lid van het Tenica NL - Tor des Géants 2014 team. Het team wordt ondersteund door:


   

Barkley is niet leuk

$
0
0

Eind maart stak in een regenachtig woud op tien uur vliegen van Amsterdam een grijzende man met een grote baard de vlam in een sigaret. Het was het startsein van een race, die dicht komt bij de ziel van de ultra trail. De race werd 57 uur later gewonnen door een bijzondere loper, maar vooral ook mens met grote klasse. Jared Campbell was de enige starter die finishte. Voor Irunfar.com schreef hij een indrukwekkend racereport. In zijn uitleg ‘why’ legt Jared een prachtige link tussen het lijden tijdens het lopen en de levenslessen die hij daaruit trekt. De Barkley.


Mig op "Rat Jaw" - the Barkley

Ik liep een jaar geleden samen met Jared en Nicole een rondje vanuit de Cap del Rec, de Spaanse berghut die door de ouders van Killian Jornet werd gerund in de eerste levensjaren van hun later beroemd geworden zoon. We liepen vanuit Spanje de berg op richting Andorra, de laatste 400 hoogtemeters door de sneeuw. Nicole was niet supergetraind en bleef wat achter. Ik had het gevoel dat we Jared toch niet zo lang op ons konden laten wachten en spoorde Nicole aan tot meer ‘speed’. Boven op de top van de berg op de grens met Andorra, zat Jared op ons te wachten. Daar op bijna 3000 m hoogte wees hij mij subtiel terecht: ‘Let’s slow down a bit, so Nicole can enjoy this magnificent mountain views too…’ of woorden van die strekking. Wijze woorden van een man met klasse!

Afgelopen dagen kwamen er links naar twee video’s over de Barkley vrij. Twee jonge honden uit Colorado maakten een docu over de Barkley, als afstudeerproject. Zij schoten hun materiaal eind maart in Tennessee. Tegelijk was daar een filmteam uit Parijs, van het Franse Canal Plus. Ook de link naar de docu die op de Franse zender verscheen , kwam onlangs vrij. Een deel van de beelden is min of meer hetzelfde. Beide teams hielpen elkaar in de barre Barkley omgeving. De franse docu is wat professioneler gemonteerd, het verhaal is meer het Barkley verhaal zoals ik dat ook beleefde. Deels logisch, ik stond naast of voor deze mannen toen ze hun beelden aan het maken  waren.

De interviews met Bev Abbs en Jared in beide video’s zijn intrigerend. Ze geven een beschrijving van iets dat je misschien de ziel van het extreme lopen in dit soort omstandigheden kunt noemen. Het is bij vlagen spiritueel.

Ik zag de afgelopen dagen meerdere reacties op Franse en Nederlandse sites langskomen die iets opperden over deelnemen aan de Barkley. Ik denk dat veel lopers zich vergissen in deze race. De Barkley is niet leuk of mooi, de Barkley is a bitch! De Barkley gaat niet over roem, hulde en gouden randjes. De Barkley heeft niets met hardlopen van doen. De Barkley is een rauwe race tegen jezelf, in jezelf. Een reis naar de grenzen van je kunnen. Gevolgd door de ontdekking dat als je die grens bereikt hebt, je nog lang niet bij de finish bent!


Lezen en kijken:

Jared Campbell in Irunfar (EN)

Canal plus documentaire (EN, FR ondertiteld)

Brendan Young documentaire (EN)


De 2014 Mustang Trail Race

$
0
0

Traillopen heeft voor mij altijd met het landschap te maken gehad. Nijmegen is mijn eigenlijke thuis en lopen was voor mij trailen voordat zulk jargon in Nederland gangbaar was. Het is mijn ervaring dat de intensiteit van hardlopen door een mooi landschap de deuren van je waarneming verder open zet dan wandelen. Ik heb daar op mijn blog al wat op gereflecteerd, en wil daar in dit 'verslag' wat verder op doorborduren.

Wie ooit van Mustang heeft gehoord zal begrijpen dat mijn verwachtingen voor het landschap op maximaal stonden (met alle risico's van dien). Ik ben volledig van m'n sokken geblazen. Woorden kunnen dat nooit weergeven en zelfs plaatjes halen het niet bij de werkelijkheid. Maar beelden zijn beter dan woorden om over te brengen waar deze  multi-stage voor mij om draaide. De website van de wedstrijd is uitzonderlijk inhoudsrijk: uitgebreide van dag tot dag beschrijvingen, achtergrondinformatie, kaarten en foto's van de vorige editie. Voor wie nog meer wil, ook over Nepal en Mustang, kan terecht op de Mustang Trail race pagina van mijn blog.

Ik ben uiteindelijk zevende geworden van de 24 deelnemers. Wat me zeker enig voordeel heeft gebracht is dat ik een aantal extra dagen voorafgaand aan de wedstrijd in de bergen heb doorgebracht om te acclimatiseren (vier overnachtingen rond de 3000 meter). Twee aan de zuidkant van de hoofdketen, en twee in Lower Mustang (in Marpha voor de Nepal-liefhebbers). Met als prettige bijkomstigheid dat er nauwelijks een groter Himalaya contrast denkbaar is dan tussen de sub-tropische Rhododendronbossen van de eerste dagen en het woestijnkarakter van de transhimalaya. Mazzel, wat meerdaagse ervaring, en een lijf dat gewend is aan de lokale beessies, speelde ook een rol, want zeker twee, drie deelnemers waren (veel) betere lopers maar vielen ten prooi aan (tijdelijke maar desalniettemin uitslagbepalende) lichamelijke ongemakken.

Hetgeen me op het thema brengt waar ik dit verslag aan wil wijden. In de voorbereiding op deze wedstrijd heb ik mijn gedachten proberen te ordenen over waar de doorsnee (nee, inderdaad niet de elite, daar heb ik weinig zinnigs voor te melden) deelnemer zich het beste op kan focusen. Onderdeel daarvan was wat nadenken over wat de cruciale factoren zijn die het karakter en de zwaarte van een meerdaagse bepalen. Dat leidde uiteindelijk tot veel verder reikende overpeinzingen over hardlopen in het algemeen.

Voor wie zich de moeite heeft getroost om door te klikken naar die overpeinzingen zal gezien hebben dat als je eenmaal begint te analyseren, dat hele loopgebeuren al snel zo'n diversiteit van smaken en aspecten blijkt te omvatten, die ook nog eens moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn, dat simpele categorieen als weg versus trail, kort versus lang, etc. simplistisch beginnen te lijken. Daar is verder niets mis mee, ik juich de diversiteit toe. Maar het zet wel aan het denken over wat heel uiteenlopende combinaties van aspecten - die wel onder een zelfde paraplu begrip gevoegd worden - of dat nu trailen is of in dit geval multi-stage, van elkaar onderscheidt.

Mijn Mustang Trail Race ervaringen zijn de aanleiding dus ik concentreer me op op de multi-stage discipline (die, zoals de liefhebbers van Knippenbergs verhandeling, en al wat er meer op de markt is aan historische blikken op onze liefhebberij, weten, beachtenswaardige voorlopers kent; het is dus zeker geen nieuwe loot aan de boom van loop 'formats'). We kijken meestal naar dit soort evenementen door de sportieve lens. En de Mustang Trail noemt zich ook nog eens 'Race' dus bevestigt dat ook nog eens expliciet. Wie het korte promo-filmpje boven heeft bekeken zal zich echter herinneren dat organisator Richard Bull als kern motivatie van de deelnemers van 2013 - en dat was voor mijn groepgenoten en mijzelf niet anders - ' een liefde voor reizen in combinatie met een liefde voor hardlopen' aanvoert. Heel begrijpelijk: landschap is een kernelement in de groeiende populariteit van trailen. Lees de beschrijving op deze site er maar op na. Toch lijkt het overgrote deel van de evenementen, multi-stage races idem ditto, het wedstrijdelement, en wat daar aan veronderstelde drijfveren aan ten grondslag ligt, te prioriteren boven alle andere aspecten.

Die veronderstelde drijfveren zijn competitie, met anderen, of met jezelf (om grenzen te verkennen). Daar is verder helemaal niets mis mee, maar dit prioriteren is niet altijd compatibel met andere motivaties, zoals het intens ervaren van je natuurlijke omgeving. Al die ultras over adembenemend mooie paden in het donker bijvoorbeeld. Niet dat dat geen intense ervaring is, maar wel van andere kwaliteit, met een andere gerichtheid, dan opgaan in/overweldigd worden door die omgeving, die met je praat via alle zintuigen, inclusief je ogen. De zwaardere etappelopen, met ultra-daglengtes, je hele hebben en houden, inclusief eten voor x dagen, op je rug, en de noodzaak om een zwaar slaaptekort op te bouwen, ze brengen je ongetwijfeld in anders ontoegankelijke mentale gebieden, maar het specifieke landschap waar je doorheen loopt komt - op een paar piekevaringen na dan (de zonsopgang komt altijd weer terug in de persoonlijke verhalen achteraf) -  er bekaaid van af, wordt tot achtergrond van je binnenwereld. Maar voor mij, en veel anderen, is de belangrijkste motivatie niet de competitie, die is 'slechts' hulpmiddel voor iets anders.

De Mustang Trail Race is een perfect voorbeeld om je af te vragen of dit landschap niet te spectaculair is om doorheen te rennen. Hoe individueel landschapsbeleving ook moge zijn, en hoe waar het ook moge zijn dat je intens kunt genieten van de eendjes in het vondelpark, het lijkt me een waarheid als een koe dat sommige landschappen een veel hogere 'wow' factor hebben dan de rest. Ik ken Nepal redelijk, inclusief de grand routes rond de Annapurna, en in het Everest gebied. De delen van Mustang die wij hebben bezocht brengen je niet in hoog-alpien terrein, maar als totaalervaring heb ik nog nooit zoiets overweldigends meegemaakt. Wat daar een niet onbelangrijke rol in speelt is dat iedere dag weer andere landschappen te zien geeft, en je elke keer opnieuw denkt dat het niet spectaculairder kan, om dan de volgende dag  evenzohard hetzelfde te roepen. Konchokling (vierde etappe) met z'n onbegrijpelijke geerodeerde canyonlandschappen leek zo buitenzinnig dat de rest alleen maar tegen kon vallen. Maar het uitzicht op twee achtduizenders tegen een woestijnvoorgrond (op de zevende dag bv) deed die gedachte weer volledig teniet. En ieder dorp was weer ongelooflijker dan het vorige.

Is het mogelijk om een wedstrijd te organiseren die niet voorbij gaat aan de mogelijkheid tot landschapsbeleving? Je kunt er natuurlijk een 'landschapsloop' van maken, de competitie er gewoon uit weg laten. Maar dat zou een suboptimale 'oplossing' zijn. Voor mij, en ik denk wederom dat ik daarin geen uitzondering ben, is het opzoeken van grenzen niet onbelangrijk. Misschien niet die grens van het volledig onbekende, maar wel de grens voorbij mijn 'comfort level'. Het is mijn ervaring dat tot het gaatje gaan, en op hoogte is dat snel het geval, me veel ontvankelijker maakt, emotionele barrieres vallen weg, de eindeloze half-bewuste stroom van gedachtencommentaar staat niet meer op de voorgrond, in de concentratie op de volgende stap is er even weinig plaats voor de irritaties van toen, of verwachtingen voor morgen. En het wedstrijdelement helpt daarbij. De echte yogi heeft dat waarschijnlijk allemaal niet meer nodig, maar ik ben er een die een duwtje wel kan gebruiken.

Die intense beleving van een groots landschap is waar ik van geniet: zowel het wedstrijdelement, als het 'wow' karakter van het landschap, zijn in zekere zin hulpmiddelen. Ze moeten dus beide tot hun recht kunnen komen. In de Mustang Trail Race doen ze dat en ik ben er van overtuigd dat het daardoor een zo overweldigende ervaring was. Ik had het me van te voren helemaal niet gerealiseerd, maar  als race organisator veronderstelt dat wel wat creativiteit. De trend is eerder naar langer, zwaarder, hoger, extremer, niet naar formats die recht doen aan meer dan enkel de wedstrijdmotivatie. Organisator en vriend Richard Bull is gelukkig zo'n innovator. Bij verschillende high-lights langs de route wordt een check-in/check-out procedure ingebouwd (je noteert de tijd van aankomst en vertrek - en de tijd die je spendeert wordt afgetrokken van het dagtotaal). Om ook het meeste uit de culturele uniciteit van dit gebied te halen, staan er naast de etappes nog verschillende dorps en omgevingswandelingen op het programma, onder leiding van een de beste cultuurgidsen van het land. Wat natuurlijk ook bijdraagt aan de mogelijkheid om vaak om je heen te kijken is de kwaliteit van de trails in Mustang. Je loopt schitterende technische single tracks, maar Richard heeft maximaal gebruik gemaakt van het, voor Nepal redelijk unieke, aanbod van goed beloopbare paden. .

Wat het wedstrijdkarakter ook met zich meebrengt is aantrekkelijkheid voor degenen voor wie competitie zwaarder weegt dan voor mij en andere plezierlopers. Bij alle multi-stages waar ik aan deelgenomen heb zorgde dat voor een interessante mix van deelnemers, inclusief echte elite-lopers. Het grote voordeel van het multi-stage format (afgezien van de zwaarste varianten waar je aan het eind van de dag met overleven zekerstellen bezig bent) is dat er buiten de periode dat je voor de wedstrijd op de been bent ruim tijd is om de andere deelnemers te leren kennen. Bij eendaagse evenementen moet je voor de 'landschapsloop' aanpak kiezen om zeker te zijn dat er ruimte is voor echte interaktie met de andere deelnemers. Bij een multi-stage als deze is tijd om je medelopers (en het Nepalese verzorgingsteam!) te leren kennen gegarandeerd. Het delen van je intense ervaringen met anderen, vreemden die daardoor verassend snel  goede bekenden worden, is een belangrijk onderdeel van wat dit format zo speciaal maakt. Dat de mix van leeftijden, achtergronden en sportieve capaciteiten daarbij een maximaal bereik bestrijkt maakt het net weer wat bijzonderder.

Richard is een goede vriend en ik schrijf dus graag positieve dingen over zijn race. Gelukkig heeft Andy Wellman, een getalenteerde Amerikaanse loper uit Colorado, al een verslag op het web gezet.  Daaraan kan je aflezen dat mijn 'oordeel' gedeeld wordt door anderen, en geeft jullie meteen ook een van-dag-tot-dag verslag, vanuit het perspectief van een competatieve deelnemer. 

Mustang zal gaan veranderen. Alle berggebieden die ontsloten worden voor jeeps en bussen, krijgen daar binnen een decennium een ander karakter door. Natuurlijk, de grootsheid van het landschap blijft onveranderd, maar met alle goeds die toegankelijkheid met zich meebrengt (voor de medische zorg, schoolgaande kinderen, prijzen van goederen die van elders moeten komen, toegang tot de markt voor lokale boeren) komen ook vervuiling, herrie, en meer van dergelijke wegwerpcultuurgoederen naar binnen en dat beinvloedt de ervaring van de bezoeker. In Mustang liggen die negatieve invloeden nog even in de toekomst maar als je het wilt zien zoals wij het hebben gezien: wacht niet te lang!

De site van de race, inclusief de uitslagen

TEKST: Roger Henke

FOTO's: Richard Bull, nr. 2, 7 en 9 t/m 13, Andy Wellman, nr. 3,4 en 8, Roger Henke de rest (met grote dank aan de fotografen)

Preview Zugspitz (ultra)Trail 21-22 juni

$
0
0

Bij de meeste Nederlanders begint de Zugspitz ultratrail koorts toe te slaan. Sommigen kunnen zelfs niet slapen en gaan vroeg op pad om ook de lampjes te testen. Vanmiddag belde ik nog met Bert Vanwersch over ‘onze’ deelname. Door een vervelende blessure een paar maanden geleden moest hij de 100km laten schieten en gaat hij samen met een grote delegatie uit Vijlen de ‘Supertrail’ van 60km gaan lopen, ook een fikse uitdaging.

De Zugspitz Ultratrail heeft sinds 2014 een extra afstand, de Supertrail XL (79,3km), startend vanuit Ehrwald (Oostenrijk). Alle afstanden zullen finishen in Grainau. De plek waar ook de 100km Ultratrail start. De Supertrail (60km) start in Leutasch en de BaseTrail start in Mittenwald. De complete route loopt om het Wetterstein massief. De Zugspitz top (2.970m) wordt niet beklommen, maar geeft wel een schitterend horizonbeeld voor de lopers. De hoogste doorkomst is op 2.300 meter.

Zugspitze Ultratrail

Foto: Plan B - Kelvin Trautmann

Dit jaar laat de organisatie, Plan B, weten dat er meer dan 2.000 atleten, verdeeld over 46 landen, zullen deelnemen aan de 4 afstanden, een record. Opvallend is dat de meeste inschrijvingen bij de langste afstand liggen. De nieuwste afstand, Supertrail XL, is minder ‘populair’. De lopers zullen allemaal worden weggeschoten op zaterdag 21 juni, verdeeld over de 4 startlocaties. Dit tussen 7.15uur (100km) en 10.00uur (35km).

Nederland zal maar liefst met 60 deelnemers present zijn (17 op de 100km, 19 op 35 en 60km en 5 bij de 79,3km). België levert 21 deelnemers uit de laaglanden, waarbij 12 op de 100km. Via Datasport kan men vanuit Nederland en België zijn favoriete loper 'live' volgen! Er zullen tussentijden worden genoteerd bij iedere verzorgingspost.

Philipp Reiter, winnaar zugspitz Ultratrail 2014

Wie volgt Reiter op bij de Ultratrail 100km?
De strijd zal dit jaar meer open zijn als de voorgaande jaren. De meervoudig Marathon des Sables winnaar Mohamad, Ahansal uit Marocco is een van de favorieten voor de zege, maar hij zal flinke tegenstand krijgen van de Amerikaan Michael Wardian. Stephan Hugenschmidt wordt door de organisatie opgeworpen als de geheim-favoriet, mede omdat hij erg bekend is met de trails rondom de Zugspitze. Hugenschmidt won vorig jaar de Basetrail en werd vervolgens bij de Salomon 4-Trails 2e.

Een andere geduchte tegenstander is de Italiaan Giuliano Cavallo die enkele sterk bezette trails in Italië op zijn palmares heeft staan, waaronder de UltraIbericus. Rudi Döhnert, kersvers Duits kampioen ultratrail, vorig jaar 6e zal ook zorgen voor de nodige strijd.

Bij de dames lijkt het een duel te worden tussen de sterke Italiaanse Simona Morbelli, en de Duitse Anne-Marie Flammersfeld, momenteel woonachting in St. Moritz, Switzerland. Flammersfeld won in 2012 alle races en etappes van de ‘4 deserst Race’, waarna ze zichzelf de naam “Desert Queen” durfde aan te meten.

Simona Morbelli won vorig jaar de Eiger Ultratrail 51k, maar nog indrukwekkender is de winst dit jaar in de ECO-TRAIL de Paris 80k en de Lost Worlds 110km Tuscany Crossing.

Voor de Laaglanders lijkt geen rol voorin weggelegd, maar het is hopen dat iedereen gezond de finish bereikt en tevreden is met zijn eigen prestatie. Zelf heb ik er erg veel zin in om in dit mooie gebied mijn eerste echte ultratrail (Supertrail XL) te lopen. Ik zal kort daarna graag verslag doen! 

Zugspitz Ultratrail
Foto: Plan-B

 

De bergen van Chamonix kleuren oranje!

$
0
0

In het weekend van 27 – 28 en 29 juni kleuren Chamonix en haar bergen oranje tijdens het Marathon du Mont Blanc weekend! Niet alleen nemen er in de breedte veel Nederlandse lopers deel aan de 80 km Ultra en Vertical K (op vrijdag), de Cross (op zaterdag) en de bergmarathon (op zondag): er wordt ook gestreden om de Wereldtitel Skyrunning en een landenklassement opgemaakt. Dit WK trekt de absolute wereldtop aan berghardlopers naar deze berghoofdstad van Europa, aan de voet van de Mont Blanc!

Het WK Skyrunning kent drie disciplines. In de ‘Vertical km’ gaat het om wie het snelst een verticale afstand van 1.000 meter overbrugt. In de ‘Marathon’ strijden de lopers om de snelste tijd over 42 kilometer en 2.500 positieve hoogtemeters. Op de ‘Ultra ‘strijdt de absolute wereldtop vervolgens in een wedstrijd over 80km en 6.000 hoogtemeters en komen op grote hoogte (boven de 2.600 meter). Door ijle lucht, door sneeuw en kou.  


Robert Nieuwland, woonachtig in Madrid, traint dagelijks in zijn favoriete terrein 

Voor het eerst in de geschiedenis neemt ook een Nederlands team deel aan het WK Skyrunning als officieel lid van de ISF, na een eerdere deelname aan de Skygames. Ragna Debats kan helaas voor Nederland niet uitkomen op dit kampioenschap. Zij is in blijde verwachting. Vorig jaar werd zij in de World Series nog heel knap 6e en maakte ze de meeste indruk met een 5e plek bij de vorige editie van de Mont Blanc Marathon. Ragna wordt op de marathon vervangen door de Rotterdamse Tineke van den Berg. Het Nederlandse team van hardlopers dat deelneemt aan het WK Skyrunning bestaat uit:

42km
Robert Nieuwland
Pascal van Norden
Tim Pleijte
Tineke van den Berg

80km
Thomas Dunkerbeck
Ronnie Duinkerken
Huub van Noorden
Marjolein Bil

Gelet op het extreem competitieve deelnemersveld zal het uiterste van de deelnemers worden gevraagd om een mooie klassering te veroveren. Bij zowel de marathon als de ultra mag een klassering bij de eerste 30 lopers al als een uitzonderlijke prestatie worden gezien. Vanuit de lage landen nemen er in totaal meer dan 200 lopers deel aan een van de wedstrijden tijdens het MBM-weekend. Hopelijk weten we elkaar te stimuleren tot grootse prestaties en geweldige finishmomenten! 


Thomas Dunkerbeck (aan de start van de 80 km) in zijn laatste voorbereidingsrace, de Trail des Allobroges


Marjolein Bil (actiefoto van de TDS) is net op tijd hersteld en start op de Ultra

Net als vorig jaar reist er ook een MST gezelschap naar de Marathon du Mont Blanc. Het naastgelegen Argentiere wordt dat weekend geannexeerd en omgetoverd tot het oranje basiskamp voor meer dan 50 deelnemers en supporters. Het belooft een gezellige boel te worden, vermoedelijk zonder juichpakken en vuvuzela's maar met heel veel oranjeplezier! 


 


Klik door naar de website van de Mont Blanc Marathon 

Klik door naar de WK Skyrunning pagina op de website van de International SkyRunning Federation 

Lees ook het artikel 'Knallen in de Bergen' in de Telegraaf van 18 juni 2014 (inloggen met mailadres)

Volgende week volgt er een preview van de 3 parcoursen: de Cross - de Marathon en de Ultra. 

Solo rennend & bivakkerend over de Kungsleden (Zweden)

$
0
0

Soms heb je zo'n knagend verlangen. Je raakt het maar niet kwijt, het blijft door je hoofd zeuren. Dan weet je: het wordt weer tijd! Tijd voor dat immense gevoel van vrijheid om met een klein rugzakje door de bergen te rennen, dagen achtereen.

Niet moeilijk om te bedenken waar-dit-keer want Scandinavië werkt op mij al vele jaren als een magneet en dan speciaal het noorden van Zweden, dat gebied tussen Kebnekaise en Sarek. Ik kwam er 's winters tijdens een wekenlange skitocht met husky Herschel, 's zomers te voet en in de herfst per kano met Frank. Magisch mooi bergterrein boven de Poolcirkel. Als je het mij vraagt: hét Alaska van Zweden. Daar dwars doorheen loopt een 450 km lange trail, de Kungsleden, vanuit Abisko in het noorden tot aan Hemavan in het zuiden. Zeg maar het Pieterpad van Zweden, maar dan met berghutten in plaats van B&B's.


Kaska Kaitumjaure is een van de vele bergmeren in het gebied.

Mijn plan is die Kungsleden in pakweg een week te gaan rennen, in mijn eentje, onderweg slapend in een bivakzak want dat biedt de meeste vrijheid. Mijn rugzak zal ongeveer 6 kg wegen, dit is mijn paklijst en dit is mijn eet- & drinktactiek. Navigeren kan in het populaire noordelijke deel (Abisko-Kvikkjokk) vooral op markeringen en via een goed pad, in het minder belopen zuidelijke deel (Kvikkjokk-Hemavan) zal ik vaker de topografische kaart moeten raadplegen, waarvoor ik in dit geval uitsluitend voor digitaal kies (via de app Viewranger heb ik 1:50.000 kaarten van noord-Zweden aangeschaft, waarin ik de hele route heb gezet; deze app heeft tevens een GPS).


Typisch Zweedse bezigheid: bessen plukken. Moet ik onderweg gewoon soms tijd voor maken!

Ik vlieg heen op 11 augustus en terug op 22 augustus, dat geeft mij naast de 7 geplande loopdagen nog 3 reservedagen. Extra onzekere tijdsfactoren zijn o.a. de vele meren onderweg, die over geroeid moeten worden.

De hele aanloop naar een groot project is een magische tijd, met alle fases van dien als enthousiasme ("wow, wat een gaaf plan!") - spanning ("pff, gaat dat wel lukken?") - evenwicht vinden ("hoe hou ik de balans tussen trainen & werk?") - finetunen ("oké, ik geloof dat ik er klaar voor ben!"). Zo ben ik sinds januari dit jaar gericht gaan trainen, voornamelijk door opbouwend om de dag mijn kilometers te maken, maar heb de (te) enthousiaste plannen voor 70 km om de dag inmiddels wel naar beneden bijgesteld, dat bleek teveel spanning op te leveren (met mijn andere werk) en ook een te grote vermoeidheid; de langdurige belasting van het (toch veelal te vlakke) lopen in Nederland is nu eenmaal heel wat anders dan het gevarieerde rennen in bergterrein. Daarnaast heb ik mijn handen-en-voeten-kennis van het Zweeds opgekrikt naar een serieuzer niveau zodat ik nu vrij aardig Zweeds kan lezen en praten, altijd leuk als je onderweg iemand tegenkomt!


Tijdens onze herfst-kanotocht over de Kaitum, volgden we een stukje Kungsleden (om bij het begin van de rivier te komen).

Voorbereiden is leuk, erg leuks zelfs, maar uiteindelijk moet het wel leiden tot het echte plan. Hoe dat word weet ik niet, dat is deel van de uitdaging. Je hebt slechts een vermoeden, een vermoeden van iets dat misschien vleugels geven kan, dat doet opveren terwijl we toch eigenlijk niet eens vliegen kunnen.


De Kungsleden in de winter, hier zicht op Rapadalen met Skierffe en Namatj 


Padje Kaitumjaure 


In de dalen waardoor de Kungsleden loopt zijn vaak berkenbossen (straks ideale bivakplekken!)


Het gebied van de Kungsleden tussen Kebnekaise en Kaitumjaure is als je het mij vraagt, het Alaska van Zweden.

UP-NL van opkomst tot ondergang

$
0
0

Om 04:00 uur klop ik voorzichtig op een voordeur in Hilversum dicht bij station Sportpark. Het is nog donker buiten. Binnen brand een zacht licht. Jonathan doet open met een grijns. Ik geef hem een stevige hand. "Auw" zegt Jonathan zachtjes. Oh ja, hij is gisteren geschept door een auto. Zijn hand zit onder de pleisters waaronder ik nare schaafwonden vermoed. Het is nog te vroeg om hardop te praten dus fluisteren we. "Ben je er klaar voor?” "Voor zover dat kan: Ja”. Binnen zit Willem ook klaar voor wat komen gaat.

We rijden naar Wezep om een nieuw loopconcept uit te proberen. Een tijdje geleden knoopte ik in gedachten een paar van mijn routes aan elkaar en zag voor  mijn geestesoog een grotendeels onverharde langlooproute ontstaan. Er miste nog wel een flink stuk, maar daarmee had ik ook weer wat leuks om uit te zoeken.

Als een stel opgeschoten jongens staan we op station Wezep. Het is net 5 uur geweest. Rugzakken en racevesten worden geschikt, gpssen gecheckt en we drentelen wat heen en weer tot de starttijd daar is. Kwart over vijf komt Marc aanlopen. Hij heeft in een boerenschuur geslapen en is precies op tijd voor de start. De haan kraait, de perronklok schuift zijn grote wijzer naar 05:19: Zonsopgang. Vanaf nu hebben we 16 uur en 44 minuten de tijd tot de zon weer onder gaat. We volgen de samengestelde route die ik Ultra Pad NederLand gedoopt heb en om 22:03 uur zijn we aan het einde, waar dat ook mag zijn. UP-NL van opkomst tot ondergang op de (bijna) langste dag van het jaar.

In de voorbereiding heb ik veel tijd gestoken in het turen op kaarten, opnieuw lopen van onduidelijke delen en uitzetten van nieuwe trajecten. Het stuk tussen Arnhem en Rhenen was nog terra incognita en een grote zorg, want hoeveel onverharde paden zijn er te vinden in deze verstedelijkte omgeving? Dat bleek mee te vallen. Boven Arnhem was opvallend veel onverhard en bij Wageningen boden het arboretum en de uiterwaarden een oplossing. Tussen Wageningen en Rhenen kwamen er een paar asfaltkilometers bij.

Met zijn vieren lopen we opgewekt de eerste kilometers samen op. Het tempo ligt niet al te hoog, maar toch een beetje hoger dan ik zelf zou hebben ingezet. Ik heb me voorgenomen om na het eerste waterpunt wat gas terug te nemen om zo de krachten goed te kunnen verdelen over de lange tocht die voor ons ligt. We stampen de eerste kilometers al keuvelend weg. Marc heeft zich voorgenomen om tot Wolfheze te lopen. Jonathan is zowel fysiek als mentaal erg goed voorbereid. Vanaf het moment dat ik eind april aan een select aantal mensen uitnodigde, heeft hij zijn training hierop aangepast. "Als je de route zo op de kaart ziet, is het wel een klere-eind. Om een kans te maken om 'm helemaal uit te lopen binnen 16:40, moet wel echt álles mee zitten op 20 juni. Droog, bewolkt, graadje of 15, niet verdwalen, alle stoplichten op groen, spoorbomen open, snelle pitstops... en dan moet je ook nog mentaal en fysiek een topdag hebben. Ik ga er in elk geval vol voor."  Jonathan heeft veel water- en eetmogelijkheden in kaart gebracht. Halverwege heeft hij zelfs een waterdepot geplaatst, waar ik zelf nog wat proviand aan heb toegevoegd.

Navigatie is de bottleneck. Er is natuurlijk niets uitgepijld; er is alleen een gpx van de route en een beschrijving van waar je water- en eten kunt vinden. De hardloop-gpssen van Marc en Willem blijken een beperkt hulpmiddel. De rekenkracht van deze apparaten is te weinig om over zo'n lange route je positie accuraat te berekenen. Jonathan heeft een zeer bruikbare app op zijn smartphone geïnstalleerd en een extra battery-pack waarmee hij het tot zonsondergang mee probeert uit te zingen. Ikzelf maak gebruik van mijn vertrouwde handheld outdoor-gps. Weliswaar een klein scherm, maar met kaartweergave, waterdicht, betrouwbaar en op batterijen die ik onderweg kan vervangen.

Na een kleine twee uur mogen we water tappen bij hotel-restaurant De Witte Berken. Erg vriendelijk en we beloven de man achter de toog dat we de waardering van 8,2 die prominent op de balie staat naar 8,3 te zullen brengen. Vanaf hier splitsen we. Jonathan en Marc houden het tempo hoog, ik wil een tandje terug en ook voor Willem is het hoge tempo niet haalbaar. Omdat hij zelf geen betrouwbare navigatie heeft is hij veroordeeld om zich aan te passen aan mijn tempo. Tot voorbij Apeldoorn gaat het lekker. We lopen in een constant tempo, Willem telkens voorop omdat hij eigenlijk iets sneller zou willen. Mijn voornemen om vanaf het begin wat wandelpauzes in te bouwen laat ik varen om nog een beetje gelijkwaardig te blijven lopen. Bij tankstation De Hucht lopen we Marc weer tegen het lijf. Hij heeft een uitgebreide pauze genomen. Jonathan is doorgelopen om zijn doelen veilig te stellen. Marc probeert op geprinte kaartjes verder te navigeren en zal snel tot de conclusie komen dat zijn gps-horloge meer soelaas biedt.

Willem en ik nemen de tijd om bij te komen. Koffie, eten, water bijvullen, sanitaire zaken en voeten verzorgen. Die van mij zien er uit als de voeten van een drenkeling: Gerimpeld, bleek vlees dat er elk moment af lijkt te kunnen vallen. Ik stel ze even bloot aan de buitenlucht en klop mijn sokken uit in de hoop dat deze wat droger worden. Jammer dat het net begint te regenen nu we buiten op een bankje van onze koffie aan het genieten zijn. Toch weer opgeladen vervolgen we de route.

Na een tijdje verrast Willem mij met het voorstel om samen te stoppen. Hij vindt het zwaar, vooral mentaal. De eindeloze bospaden, de stilte en afwezigheid van andere mensen hebben zich in zijn geest genesteld als een nachtmerrie. Nog ruim 10 uur hiermee door gaan is op dit moment een horror-scenario. Ik geef aan dat de eerste mogelijkheid om uit te stappen in de buurt van Arnhem is, nog en kilometer of 15 verder. Ondanks de pijn en vermoeidheid is stoppen voor mij geen optie. Ik wist dat het zwaar zou worden en heb me er op ingesteld dat afzien de voornaamste tijdsbesteding zou worden vandaag. Geestelijk en lichamelijk.  

Even verderop willen we de illegale oversteek via een wildwissel over de A50 maken als er uit de bosjes een stem fluistert: "psst Han, hier!" Marc houdt zich schuil tussen de takken omdat er op de wildwissel mannen aan het snoeien zijn. Willem en ik kruipen er bij en overleggen wat wijs is. Marc zit al 3 kwartier te wachten, omdat hij op de geprinte kaartjes geen alternatieve route kon vinden en het lijntje op zijn gps-horloge ook geen oplossing biedt. Die is er wel maar voert jammer genoeg over asfalt. Ach we hebben al heel veel paden geslecht. Soms lekker vlak en hard, maar ook regelmatig licht stijgend en mul van paardenhoeven. Een paar kilometer asfalt is eigenlijk een best aangename afwisseling. Marc brengt weer wat positieve energie in en het gaat enkele kilometers best lekker. Bij Marc en Willem lekkerder dan bij mij, waardoor ik steeds verder achter blijf. Dat vind ik niet erg, want zo kan ik wat meer mijn eigen koers varen. Met zijn tweeën zullen ze er wat navigatie betreft wel uit komen en misschien stopt Willem wel gelijk met Marc in Wolfheze bedenk ik me.

Ik besluit dat het tijd is om even wat rust te nemen. Ik strek me uit in het gras en staar enkele minuten dromend naar de wolken. Dan zie ik een teek op mijn been, en nog een, en nog een. Hele kleine teekjes die zich voordoen als modderspetters. In totaal pluk ik er een stuk of 7 van mijn benen. Na nog wat rekken en strekken stap ik maar weer eens op. We zijn hier tenslotte niet gekomen om te luieren. Een klein stukje verder blijken Marc en Willem op een bankje op mij te wachten. Daar had ik niet op gerekend en beschaamd om zoveel luiheid ga ik erbij zitten. We keuvelen wat over de diepere zaken van het leven voor we weer verder gaan. Mijn gps gaf 6,5 kilometer terug aan dat het nog 6,5 kilometer tot aan het waterdepot zou zijn. Nu blijkt dat nog een flink eind verder te zijn en vallen de visioenen van een oase in gruzelementen. De 6 kilometers die volgen worden de zwaarste die ik ooit heb gelopen. Er wordt inmiddels net zo veel gewandeld als gedraafd.

Bij het waterdepot nemen we de tijd voor een picnic met water, banaan, tucjes, en krentenbollen. Marc geeft aan dat het te langzaam gaat en zal vanaf hier naar station Arnhem lopen. Willem heeft de knop omgezet en besluit om door te lopen. We nemen afscheid van Marc en hobbelen verder. De verhouding wandelen draven verschuift steeds meer. Als we weer een kilometer of 10 verder zijn stelt Willem voor om helemaal niet meer te gaan rennen. Dat is een uitstekend voorstel, want rennen kost nu meer energie dan het aan snelheid oplevert. En zo wandelen we in stevig tempo op steeds pijnlijker voeten, met steeds gevoeliger gewrichten kilometer na kilomater richting zonsondergang. Op de stuwwallen bij Wageningen met uitzicht over de Rijn berekenen we dat we bij zonsondergang vermoedelijk in Rhenen zullen zijn. Er volgen nog een paar saaie kilometers asfalt, omdat we geen puf meer hebben voor het pad door de uiterwaarden. Dan nog het pad onderlangs de Grebbeberg. Net voor we in Rhenen zijn geeft mijn klokje 22:03 aan: Zonsondergang. Het is volbracht. 110 km volgens  mijn gps, wat later door runkeeper wordt bijgesteld naar 107,9 km.

In Rhenen staat mijn lief ongeduldig te wachten: Jonathan heeft net gebeld en is tot Austerlitz gekomen. Zo'n 30 kilometer verder dan wij en nog zo'n 3 kwartier uur rijden met de auto. Om 10 voor 11 pikken we een licht verkleumde Jonathan op langs de rijksweg en rijden we richting Hilversum voor de afterparty. Ook Jonathan heeft het de laatste 5 uur zwaar gehad. Maagkrampen, veel wandelen en bij zonsondergang vond hij het welletjes. Nog 20 kilometer doorlopen was geen optie meer.

Dezelfde voordeur als vanochtend 04:00, 19,5 uur later. 3 mannen eten spaghetti en nippen voorzichtig een biertje. De laatste oortjes versnoept, de pijp meer dan leeg. Nog wat schamele zinnen om gewicht te geven aan die malle onderneming van vandaag. De twee aanwezige vrouwen kijken meewarig toe: Wat zijn het toch een sukkelaars die mannen.

 

Foto's: Marc Weening (foto Jonathan) en Jonathan Koutstaal (overige foto's)

Buff® Veluwezoomtrail thuiswedstrijd voor Van den Eelaart

$
0
0

Afgelopen weekend werd voor de 5e keer de VeluweZoomTrail gehouden. Onder grotendeels zonnige omstandigheden werd vanaf een nieuwe start/finish locatie de oudste trail van Nederland afgewerkt. 1.000 deelnemers verspreid over 3 afstanden, met de 27 km als populairste afstand. Mede als gevolg van het WK Skyrunning komend weekend in Chamonix bestegen er nieuwe en bekende namen de erepodia per afstand. Adriaan van den Eelaart ontfermde zich over 3 liter Erdinger op de 53 km ultra, net als Irene Kinnegim bij de dames, die haar rentree na een blessureperiode vierde met een overwinning. 

De 27 km afstand is er één waar alle mooie elementen van de omgeving in terugkomen. De deelnemers worden getrakteerd op pittige startkilometers richting de hogere punten van de Posbank. Opgevolgd door technischere wortelpaden, langere stukken waar snelheid kan worden gemaakt en klimmen en dalen over single-tracks door het verse groen. Bij de heren liet Johan Kats zich deze editie de kaas niet van het brood eten en pakte de overwinning in 1.56 uur. Heleen Plaatzer hoefde slechts drie mannen voor zich te dulden en was binnen haar categorie voor respectievelijk Ingrid Versteegh en Charissa Koetsier ongenaakbaar. 


Heleen Plaatzer: ongenaakbaar op de 27 km.

De 14km afstand is een mooie afstand om een breder publiek kennis te laten maken met deze tak van sport. Veel enthousiaste deelnemers lieten de competitie aan zich voorbij gaan en werkten zich door de nieuw opgenomen zandpassage van het Rozendaalse zand. De zeges gingen hier naar Tjebbe Venema en Eline Bavius. 

Eerste plaats 53km voor Strijker-protegé van den Eelaart
Noem hem een laatbloeier, noem het gebrek aan competitie, maar feit is dat Adriaan van den Eelaart zondag de snelste was op de 52 km tijdens de Buff Veluwezoomtrail 2014. De in Gorssel woonachtige van den Eelaart is vaak te vinden in het wedstrijdgebied, waar hij de vele kilometers afstreept van het schema van Jan Strijker, zijn loopcoach (ook bekend als ‘baas’) en tevens organisator van de Buff Veluwezoomtrail. De trainingsarbeid leverde hem het hoogste ereschavot op. De 52 warme kilometers door het prachtige natuurgebied wist hij onder de 4 uur af te werken. Voor van den Eelaart is de VZT onderdeel van een groter plan. Een plan dat moet leiden tot de start en finish van de Tor des Geants, een bergrace van 330 loodzware kilometers door de Italiaanse Aosta-vallei.


Van den Eelaart met de felicitaties van 'Baas' Jan Strijker

Toekomst Buff Veluwezoomtrail?
Met de nieuwe startlokatie, de parkeeroplossingen en gedoseerde startformule op de 27 kilometer kon de groei van het evenement naar 1.000 deelnemers goed worden opgevangen. Op de vraag van speaker Marc Weening wat dit betekende voor toekomstige edities was het antwoord op zijn Strijkers. Eerst maar eens rustig evalueren. Dan kijken we wel weer verder. Maar over een zesde editie liet hij geen onzekerheid bestaan. Die komt er, gegarandeerd!


Uitslagen Buff Veluwezoomtrail 2014

Persoonlijke video's via MySports

Foto's trailfoto.nl (Mischa Visser)

Onweer in de bergen

$
0
0

In 2009 verloren tijdens de Grand Raid du Mercantour 3 ultra-trailers het leven in een onweersbui. Dit tragische ongeval geeft aan hoe gevaarlijk een onweer in de bergen kan zijn.

Zomer betekent mooier weer, sneeuw die gesmolten is en meer trailrunners die hun vakantie gebruiken om eens lekker in de bergen te trainen. Dat mooiere weer betekent ook een grotere kans op onweer en dat kan in de bergen wel eens veel riskanter zijn dan in de Nederlandse bossen.

Voorkomen is beter……

  • Onweer ontwikkelt zich meestal later op de dag. Begin je lange trainingen in de bergen vroeg op de dag ; dan ben je ook weer op tjd terug voor een uitstekende Zuid-Europese lunch en een herstellende siesta.
  • Check altijd het weerbericht en double-check het bij de locals. Zij weten vaak exact waar onweer blijft hangen. Laat weten waar je heen gaat. Zet het nummer van de reddingsdienst in je telefoon.
  • Zorg dat je weet waar in je trainingsronde berghutten en andere schuilplaatsen zijn. Neem een kaart mee.

Wedstrijden en gedrag bij onweer
De meeste organisatoren zullen hun wedstrijd bij onweer  tijdelijk stil leggen en de lopers tegenhouden in een relatief veilige schuilplaats. Toch kun jer er ook in een wedstrijd door overvallen worden. De organisatoren van de  Ultra Tour de Beaufortain gaven in 2013 de deelnemers de volgende instructies voor het geval ze in onweer terecht zouden komen.

  • Neem afstand van de graten, toppen en vooruitstekende rotspartijen.
  • Laat stokken en metalen voorwerpen (ook kleine) ergens achter.
  • Zoek een schuilplaats in een berghut, stal, oid.
  • Schuil op een lager stuk bij een steen- of lage rotspartij.
  • In het bos schuil je onder een lage boom.
  • Ga gehurkt zitten, op iets isolerends zoals je rugzak.
  • Zorg dat je handen, voeten & hoofd geen direkt contact maken met de omgeving.
  • In een bouwval ga je niet tegen de muur zitten maar in het midden, op enkele meters afstand van een muur.
  • Ben je met meerdere personen; houdt minimaal 2 meter afstand van elkaar.
  • Als er onweer aankomt ga je naar beneden; niet omhoog.
  • Het onweer is al veel te dichtbij als je oren zoemen en je haar statisch wordt.

Temperatuur
Bij onweer kan de temperatuur heel snel sterk dalen. Bij de Ultra Tour de Beaufortain in 2013 daalde de temperatuur in 20 minuten van 28°C naar 4°C. Dit ging gepaard met stevige regen en hagel, en zorgde ervoor dat een aantal deelnemers onderkoeld uitviel. Weer een reden om altijd een muts en een trui extra mee te nemen.

Terug naar de Mercantour 2009
De precieze toedracht van het onweers ongeval in de Mercantour zal altijd onduidelijk blijven. Er is een hoop onderzoek verricht en dat leidde tot de volgende conclusie:

De slachtoffers waren allen ervaren berg ultra-trailers die op enige meters van elkaar in de nabijheid van een wat hogere rotswand. Een bliksem inslag vlakbij of op die wand zorgde voor een hevige schokgolf waardoor de lopers het bewustzijn verloren. Zij zijn vervolgens door onderkoeling overleden.


Race report Zugspitz Supertrail XL - het is slechts een moment!

$
0
0

De afgelopen maanden heb ik de meeste lezers meegenomen in mijn voorbereiding naar mijn eerste ultratrail in de bergen. Afgelopen weekend was het zover en stond ik aan de start van de Zugspitz Ultratrail, in mijn geval de Zugspitz Supertrail XL, een kleine 80km rondom het Wetterstein Massief zo'n 4.500 hoogtemeters.

Toen ik ergens halverwege vorig jaar besloot om de Zugspitz Ultratrail mee te gaan lopen, was de bedoeling dat dit de 100km afstand zou worden. Ondanks dat ik nooit verder liep dan 50km, dacht ik wel dat dit haalbaar moest zijn. Binnen enkele maanden kwamen er enige twijfels en verlegde ik mijn focus naar de Zugspitz Supertrail van 69km. Tijdens deze twijfels besloot de organisatie om een 4e afstand toe te voegen aan hun afstanden en deze kreeg de naam Supertrail XL, waarbij ik direct al mijn twijfels kwijt was en besloot de 79km te gaan lopen!

De route naar de Zugspitze SuperTrail XL
Mijn voorbereiding was alles behalve ideaal, direct nadat ik besloot om de Supertrail XL te lopen, raakte ik zwaar geblesseerd, wat me een half jaar kostte en dus waardevolle kilometers. Aangezien ik niet zoveel tijd heb om te trainen, vanwege een druk en jong gezin, besloot ik om me vooral te richten op langere trailruns in de Benelux. De drang om te presteren werd aan de kant geschoven en ik liep vooral met het idee dat ik bezig was met het lopen van een ultratrail. Uiteindelijk werd mijn langste trailrun de Grand Trail Lacs et Chateaux halverwege mei met 48km en 1500 hoogtemeters. Dit leek mij wel voldoende met al mijn alpen ervaring.

Mijn berg-trailloop ervaring loopt terug van begin 1990 en heeft me al veel geleerd over de single-trails in de Alpen. In 2011 liep ik de TransAlpineRun, samen met Marc Weening en daar heb ik veel geleerd over dalen en herstellen tijdens een loop. Wat ik echter ook geleerd heb is dat ik daar de eerste 2 dagen van deze 8-daagse Alpentocht, de meeste problemen heb gekend. Te laat gearriveerd in het startdorp, 2 dagen voor de start, en te weinig Alpen contact gehad vooraf.

Ondanks dit laatste gegeven, kwam ik 2 dagen voor de start van de Zugspitz Supertrail XL aan in Ehrwald.

Op vrijdag 20 juni reed ik vanuit Ehrwald naar Grainau, finishplaats van alle afstanden en startplek van de Ultratrail van 100km. Snel mijn nummer oppikken en weer terug naar Ehrwald om alle spullen klaar te maken voor de start een dag later. Het weer op deze vrijdag was enorm slecht, alleen maar regen en temperatuur niet hoger als 12 graden. Gelukkig werd voor de wedstrijddag prima loopweer voorspeld, maar door de regen zouden de paden in elk geval veel gladder en gevaarlijker erbij komen te liggen.

Zaterdag 21 juni: Supertrail XL 79,3km en 4.156 D+
’s morgens hing er nog een flink wolkendek over Ehrwald en de Zugspitz Arena, maar er waren al plukjes blauwe lucht te zien. Tijdens de briefing werd aangegeven dat er geen regen verwacht werd en dat het warm zou worden. De eerste 2 uur van onze loop hadden we het gelukkig nog lekker koel.

De start vanuit Ehrwald was de 1e kilometer geneutraliseerd, waarna de politieauto aan de kant ging en de snelle lopers los mochten. Ik nam een rustige start, omdat ik al mijn reserves wilden bewaren voor het stuk na 30km, waar het vlakker zou worden en ik dus graag wilde doorlopen. Direct nadat we het dorp uitliepen, werden we een mooie single trail opgestuurd. Op het eind van deze single trail kwamen we op een punt waarop de Ultratrail ook op de route zou komen, maar de snellere lopers zouden we pas later op de dag ‘ontmoeten’.

De eerste klim via de Pestkapelle en dan naar de Feldernjöchl was erg mooi, vooral toen de wolken wegtrokken en we aan beide kanten de mooie bergmassieven konden zien, adembenemend. Het gekozen tempo was ruim onder het tempo dat ik zou kunnen lopen en ik voelde me erg fit tijdens het klimmen. Bewust ondernam ik geen gehaaste inhaalpogingen om krachten te sparen en na het bereiken van de 1e echte top kon ik beginnen aan de afdaling. Deze was kort, maar aangegeven als gevaarlijke passage.

Na deze korte afdaling, draaiden we naar rechts en moesten we een steile kam beklimmen, waarna we al snel het hoogste punt van de Supertrail XL zouden bereiken, 2200m hoogte. Ondanks dat ik goed had nagedacht over mijn wedstrijd indeling en vol op reserve liep, kreeg ik in de afdaling die volgde al heel snel krampen in mijn kuiten. Dit was al na 13km en onbegrijpelijk voor mij. Ik had al erg veel gedronken, had een hoop magnesiumpillen meegenomen en geslikt (en ook de dagen voordien al een hoop ingenomen). Het enige dat hielp, was nog trager lopen en veel energie winnen door te eten, waaronder een zoutreep en een gel tegen krampen.

Op het einde van de afdaling, na 20km bereikte ik de 2e verzorgingspost en daar nam ik enkele stukken tomaat met zout en dronk veel water. Gelukkig mocht ik weer gaan klimmen, want dat ging een stuk prettiger. De route bleef mooi en afwisselend. Nu zat ik op een stuk single-trail door de bossen, waarna ik via de Wangalm de klim maakte naar de Scharnitzjoch. Op deze top kon ik de koploper van de Ultratrail zien naderen en was ik getuige van het gemak waarmee de latere winnaar de klimmen, maar vooral ook de afdaling voor zijn rekening nam.

De afdaling na de Scharnitzjoch was in het begin eenvoudig, dus ik durfde weer wat sneller te dalen en dat leek ook prima te lukken, maar in het laatste steile stuk schoot de kramp er weer in en begon ik steeds meer problemen te krijgen. De moraal zakte ook en ik begon voor het eerst te denken aan opgeven. Ondertussen was ik overgestapt op wandelen, omdat lopen niet meer kon en had ik mijn gsm in mijn handen en belde ik Marc Weening in Nederland.

Enigszins verrast nam Marc op. “Pat, waar ben je”. Ik vertelde dat ik vlak voor verzorgingspost 3 liep en ik op het punt stond eruit te stappen. Marc begon eerst begripvol te luisteren, maar ging al snel over in opbeurende teksten en tips die me verder konden helpen. “Praat met positieve mensen, zoek hen op”, “Ga even rustig bij de post zitten en eet lekker bij, rust even 15 minuten uit en ga weer op pad”. "Laat ambities als klassement en tijd los". 


Foto: Patrick Franken (bron: Sportograf)

Ik liet Marc weten dat ik dat allemaal zou uitvoeren, maar eerlijk gezegd geloofde ik het zelf niet zo. Vlak voor de post kreeg ik nog een sms van Marc, “blijf knokken, pijn leiden mag vandaag, het is een tocht!”. Ik was nog steeds niet overtuigd, maar was wel blij met de steun. Bij de verzorgingspost deed ik precies dat wat Marc me adviseerde en ik ging lekker liggen met een bakje pasta. Na ruim 10 minuten ging ik toch weer op pad en besloot te kijken hoe ik me bij de volgende post zou voelen. Deze post zou na 44km volgen, in Mittenwald.

In het begin van deze strook kwam Rudi Döhnert opzetten. Rudi was onlangs Duits Kampioen Ultratrail geworden en afgelopen editie 5e bij de zugspitz Ultratrail (wat hij nu weer zou worden). Tijdens deze vlakke passage langs de Leutascher Ache liepen we samen op, praatten samen iets en dit leek me weer vleugels te geven. Rudi nam bij de Geisterklamm ‘afscheid’ van mij en ik ging verder in mijn eigen tempo.

Verzorgingspost 4 op 44km bereikte ik redelijk eenvoudig, maar toch bleef opgeven in mijn hoofd hangen. Door naar post 5 op 50km. Via enkele mooie bostrails daalden we af naar een mooi meertje, de Ferchensee. Echt een idyllische locatie en ook de plek waar we wederom energie konden tanken. Bij deze verzorgingspost begon ik echter te denken aan uitlopen en werd uitstappen verbannen uit mijn gedachten. Ondertussen had Marc me wederom opgepept met een motiverend sms’je en dat gaf extra moraal.


Foto: Plan B

Van de Ferchensee naar de Partnachalm (verzorgingspost 6) kregen we een parcours met brede paden, maar wel veel klimmen, deels rende ik dit en deels gebruikte ik de stokken om flink door te stappen. Opnieuw had ik een toploper van de Ultratrail gevonden om mee op te lopen en ik gebruikte hem als een soort haas. Op de laatste 3 km van deze sectie kregen we echter een heel steile afdaling met bijna alleen maar traptreden en daar begonnen mijn krampproblemen meer de kop op te steken. Het enige dat ik kon doen, was voorzichtig dalen en op loopstukken weer de pas erin. Via een mooie vallei met een rivier (Ferchenbach) mochten we als toetje nog even klimmen tot verzorgingspost 6.

Waar het samenlopen met Rudi Döhnert me vleugels gaf, gaf me Red Bull dit weer bij de verzorgingspost. Een blikje energie en nog wat andere lekkerheden en ik ging op pad voor de laatste zware 20km. Ik haalde een koppel in, wilde grappig zijn, maar dat bleek uiteindelijk nergens op te slaan (Duits praten tegen Fransen wil nml. niet echt lukken). Een beetje beteuterd liep ik door, maar dit koppel raapte me in een korte afdaling weer op en uiteindelijk raakten we toch aan de praat via Frans in het Engels. De jonge Fransman liep de 100km en zijn vriendin begeleidde stukken lopend. Ze vroeg me bij hen te blijven, maar na een tijdje koos ik wederom voor mijn eigen tempo.

De laatste klim is een moordenaar. Relatief eenvoudig beginnend, brede paden...sluimerend overgaand in een single trail en vervolgens omgevallen/gekapte bomen die ervoor zorgen dat je nooit in een lekker ritme klimt. Bovendien zit je constant in de bossen, dus je hebt geen objectief. Als je eenmaal boven de bomen uitkomt, dan ben je op 1.660m hoogte en bij Talstation Längenfelder, de verzorgingspost die 2 keer dienst doet, als 7e en als 8e post.


Foto: Plan B

Voor de oplettende lezer is het duidelijk dat we dan nog een lusje rondom een bergtop, de AlpSpitz, mochten maken en deze was verre van gemakkelijk. Dit lusje trok zich erg lang en het duurde een uur voordat je weer terug op het Talstation was. Ik zat nu wel al in de euforie van het volbrengen van mijn eerste ultratrail en juist toen ik daarin zat, kreeg ik een fikse krampscheut in mijn kuit. Ik liet me snel vallen, begon te rekken, begon als een gek magnesiumpillen te slikken en kon gelukkig snel weer verder. De laatste afdaling, die zeer steil en technisch was, moest ik grotendeels wandelend afleggen, wat me veel tijd kostte.

Het deerde me niet, ik zou gaan finishen en vlak voordat ik de laatste kilometer inging belde Marc me. Een heerlijk moment, omdat hij toch degene is geweest die me heeft doen inzien dat het 'slechts een moment’ was en dat ook problemen opgelost kunnen worden tijdens een zware beproeving. De laatste kilometer had ik geen Rudi Döhnert of Red Bull nodig, ik had zelf vleugels en vloog de finishtent in. Daar stond mijn vrouw me op te wachten, een geweldig moment!

Leermomenten
Een leermoment, op tijd aanreizen, heb ik naast me neergelegd en heeft we wederom getoond dat acclimatiseren niet alleen te maken heeft met het op hoogte zijn. Hoe langer je in de bergen bent, hoe makkelijker je met de omstandigheden omgaat.

Als je aan een tocht zoals deze begint, dan dien je toch echt meer van dit soort ervaringen te hebben meegemaakt. Zelf ga ik de komende jaren meer contactmomenten in de Alpen zoeken, zodat ik meer geklommen en gedaald heb, waarmee ik ook hoop soepeler, ontspannen te lopen en krampen zolang mogelijk uit te stellen en zelfs uit te bannen. Hiermee geef ik toe dat mijn voorbereiding niet voldoende is geweest om dit serieus aan te pakken. Probeer een paar dagen in de bergen te gaan trainen, zodat je weet hoe het voelt, dat zal je echt helpen.

De wedstrijd
De organisatie van de Zugspitz Ultratrail staat als een huis. De route is waanzinnig mooi, de verzorging is uitmuntend en de begeleiding op de route is super. Zelfs tussen de verzorgingsposten kom je geregeld mensen van de organisatie tegen die de route inspecteren, maar ook deelnemers informeren en helpen. De Medical Crew controleren je op verschillende punten, zodat je alleen verder mag als het nog verantwoord is volgens hun. Als de schemering invalt, dan beginnen de Bergwachten overal op de berg kampvuren te maken, waarmee je makkelijker referentiepunten hebt.

De Finishlocatie Grainau is erg sfeervol en is echt een aanrader voor iedere trailrunner om naar toe te reizen om deel te nemen aan een van de 4 mooie routes aangeboden door Plan-B.


Meer informatie over de Zugspitze Ultra Trail 

Klik door naar de resultaten van alle afstanden (35 - 60 - 79 - 100km)


Foto: Plan B

Retezat Trail Race: stoere verhalen uit Roemenië

$
0
0

Twee jaar terug begeleide ik Radu naar de Venloop, hij was met Marius Ionescu mee voor een weekendje hardlopen in Nederland. Eigenlijk hebben we het toen enkel over trailrunning gehad. Radu heeft zich intussen ontwikkeld tot succesvol trailrunner en organisator van verschillende trails door Roemenie.

Op een dag tagde Radu me bij een Facebook post van de Retezat Trail Race (RTR). Ik begon te rekenen: een maand voor de Eigertrail en ik kan wel wat bergervaring gebruiken. Ongeveer de helft van het aantal kilometers en tweederde hoogtemeters, het klonk als een goed idee. En zo geschiedde mijn inschrijving.

 Wat volgt zal ongetwijfeld klinken als een stoer verhaal. Want er iets anders van maken zou gebaseerd zijn op onwaarheden. RTR is immers een stoer verhaal dat jaarlijks plaatsvind in een klein dorpje in de Karpaten en wordt georganiseerd door de warme trailcommunity van Roemenie.

Terwijl ik wacht tot mijn tas op de bagageband verschijnt bel ik Radu: 'Ik kan je niet zelf komen halen maar een taxi wacht op je buiten het vliegveld. De chauffeur is een vriend van me en zal zaterdag ook meelopen.' De chauffeur blijkt weinig spraakzaam maar niet onaardig, maar goed ook want later zou hij mijn tentgenoot te worden.

 's-Avonds eten we ergens, praten wat en lopen terug naar huis. Alwaar ik door zijn moeder en zusje een bord schnitzels en pilaf met Heineken bier voorgeschoteld krijg terwijl we Uruguay – Engeland kijken. En terwijl het doorregen val ik op de bank in slaap.

 's-Ochtends staan we vroeg op, eten wat en vertrekken bijtijds. We moeten zes uur rijden en daarbij zijn er wegwerkzaamheden in het dal waar we doorheen moeten. Hierdoor is de weg slechts twee uur  geopend. We ontmoeten de medereizigers, duidelijk te herkennen aan de  sportieve uitstraling van een trailrunner. Opgelucht ben ik over ons vervoermiddel, een nieuwe stationwagon leasebak. Blij dat een vooroordeel onbevestigd is gebleven beginnen we aan de reis, die ik grotendeels slapend doorbreng.

De laatste uren naar Cheille Butii, waar de RTR plaatsvind, gaat door een dal met door leegloop getergde mijnstadjes. Deze zijn gebouwd onder het gezag van Ceaușescu en geven door een combinatie van slechte bouw en totaal gebrek aan onderhoud een troosteloze indruk. Sinds de mijnbouw in het Juilui-dal werd gestaakt wonen er enkel pensionarissen en zij die er van leven. Ondertussen neemt de natuur langzaam bezit van het verlaten industrieel erfgoed. Daarmee komt er plaats voor nieuwe industrie: die van het (adventure) toerisme.

 Na een paar uur over de smalle slechte wegen, met hier en daar een situatie die je kent van Zuid Amerikaanse bergwegen, komen we aan bij het bergpension Cheille Butii. Deze plek zal een weekend het kloppend hart zijn van trailend Roemenie.

Tenten worden opgezet, handen geschud, praatjes gemaakt en pasta gegeten. Omdat ik er niet veel van versta besluit ik de laatste kilometer van het parcours te verkennen. Dat gaat door het bos, heeft ruim 250 negatieve hoogtemeters en bevestigde mijn grootste angst voor de volgende dag: de afdaling vanaf het hoogste punt (2421m) naar de finish (861m) in 10km. Voordat ik mijn tent opzoek luister ik nog even naar briefing van de organisatie. Vertaald door Rob, de Roemeens sprekende Amerikaan, tevens mijn enige medebuitenlander. Het heeft de laatste twee weken geregend en de hele avond blijft het buiig. Er wordt gewaarschuwd voor extra gladheid, mist en regen op de top van de berg. Daarop besluit ik mijn Eigertrail pakketje in te pakken en mijn Speedcrossjes klaar te zetten. Kan ik nog een nacht nadenken of ik ze echt nodig heb.

Die nacht moet ik eruit gezien hebben als een roosje, want zo voelde ik me. Om half acht werd er aan de tent gerammeld en kwam Radu's hoofd naar binnen.

'What are you still doing in bed?!'

 Daarop schoot ik mijn wedstrijd outfit aan en kroop de tent uit. De lucht was aan het openbreken en de zon scheen, zo nu en dan onderbroken door een wolkje. Anderhalf uur was genoeg tijd om wakker te worden met koffie en een scheutje wifi. Daarna slenterde ik een wat rond en vond Rob die voor de gelegenheid zijn fietsshirt met ster en American Eagle had aangetrokken. Hij was ook net wakker en we besproken de komende race, materiaal en gedane ervaring. Halverwege het gesprek besloot ik dat het te warm was voor een slecht weer outfit, Rob was het ermee eens. Ik ontdeed me van mijn thermoshirt en wisselde mijn Eigeruitrusting in voor een klein rugzakje met groot watterreservoir en een windjack. Toen Radu me in mijn korte broek en mouwen zag zei hij me, dat een lange broek verplicht was vanwege het weer. Misschien onderschatte hij mijn inschattingsvermogen en rade me voor de zekerheid aan warm te kleden. Ik zei hem dat die in mijn rugzak zat,  gokkende dat daar niet op gecontroleerd zou worden, ik gokte goed. Ook de Speedcrossjes bleven thuis en omhulden de Kinvara TR's mijn voeten. Minder comfortabel maar voor de korte technische afstand heb ik liever deze vederlichte neongele racepata's waarmee ik mijn passen messcherp kan neerzetten. Daarbij stonden ze ook veel beter bij het gele logo op mijn t-shirt.

 Zo verschenen we aan de start. Nog een paar laatste foto's en doen we nog een rondje beloftes: Radu gaat voor onder de vier uur, Rob vind dat ook een goed idee en ik houd het erop zo dicht mogelijk bij de vier uur uit te komen. Juist als Rob verteld dat er voor de start meestal wordt afgeteld klinkt het startschot. Gopro aan en de pas erin.

De eerste kilometer gaat hard, zoals voorspeld door Radu, half over onverhard pad en de andere helft over asfalt. Bewust temperde ik mijn snelheid, mezelf kapot lopen door een te snelle start had ik al gedaan in Gulpen en behoefde geen herhaling. Al snel draaiden we van de weg af een weide op.

“Kaj! Do you hear that?!”, riep Rob van achter me.

“What?!”

“The mountains!”

“What 'the mountains'?!“

“The mountains are calling us!”

“Hell yeah!”, was het meest toepasselijke dat me te binnen schoot. Ik heb altijd meer tijd nodig om in te gaan op serieuze zaken. “Gas erop”, dacht ik.

De weide ging over in een breed modderig pad welke snel steiler werd tot bijna standje muur. Het besluit niet te rennen, de stokken erbij te pakken en mijn hartslag geleidelijk te laten wennen aan het ritme van de komende uren, was snel genomen.

Het brede pad kwam uit bij een weide met de eerste drankpost, die eerste vijf kilometer was er snel doorheen. We konden een paar meter rustig joggen maar snel stegen we verder. Nu over glibberige single tracks door het bos. Dit ging onverminderd over in weide die opdook toen de boomgrens zich aandiende. Stijgen was het devies, totdat we na ruim zeven kilometer bijna duizend hoogtemeters verder waren en we eindelijk een paar kilometer over een met gras begroeide bergrug galoppeerden. Hier viel het me op dat vanaf het bos, we niet meer over paden liepen en ieder zijn eigen weg zocht van lintje naar lintje.

Na een kilometer of twee ging de met gras begroeide bergrug over in een rotsachtige graat waarmee een gedeelte van klimmen en traverseren aanbrak. Dit maakte hardlopen opnieuw onmogelijk. Was het niet door een bijna loodrechte klim dan was het wel, om bij het volgende lintje te komen, een vrijwel loodrechte rotswand die getraverseerd diende te worden. Ook hier geen paden, wat mij er aanvankelijk niet van weerhield behoorlijk de pas er in te houden.

 Doch toen ik eens weggleed en in een mum van tijd -gelukkig slechts- een meter lager lag besefte ik dat de volgende vijftig meter ook dicht bij zijn. Reality check! Nee, de routine van het zeventienjarige wonderkind, Clinciu Catalin, dat voor me uit huppelt mis ik als lompe boer uit de klei. Ook al loop ik van kinds af door de Alpen en heb ik een diepgegronde passie voor alles wat hoog boven de aarde uittorent overgehouden, voor routine is meer nodig. Wat niet is kan nog komen, maar voor nu een tikkie terug en een dubbele portie focus op waar ik mijn voeten plaats.

 Gelukkig kan ik wel vertrouwen op domme kracht en haal hem weer bij voor de eerste bergtop. Maar,  what goes up must go down, het afdalen gaat volgens hetzelfde recept als de weg naar boven. Steil, grote passen naar beneden en kleine stapjes om je voeten op te zetten. Dat maakt Cliniu niks uit, die dwarrelt behendig de helling af. Ik daarentegen weeg zo'n dertig kilo meer en heb benen die perfect zijn ingespeeld op de stuwwallen en heuvelruggen met boomwortels maar die ervaring blijkt hier totaal zinloos. Het duurt dan ook even voordat mijn benen geleveled waren met de ondergrond. Maar voordat ik beneden was, had ik het door. Het zou te ver gaan te stellen dat ik spelenderwijs naar beneden flaneerde, maar de term 'redelijk soepel' was zeker op zijn plaats. Desondanks was de anderhalve kilometer vals plat singletrack door de bossen een welkome afwisseling. Het was een soort N70, geüpgrade met extra boomwortels, keien en rotsen. Even flink vaart maken en spelen totdat een volgende weide leidde naar Cabana Buta (+/-1550m), de ravito halverwege.

Dit is de plek waar de 22km lopers zich afsplitsen en hun afdaling naar het dal beginnen. Ik integendeel, vul mijn maag nog eens met bananen, cake, gels en limonade en stuif met een rotvaart het pad naar boven op. Vanaf nu begint de klim naar Muntii Custera (2421m) en mijn verstand zegt dat ik deze sprint nooit kan volhouden. Dit wordt vijf minuten later ook empirisch bevestigd door de driehonderd meter hoge graswand die voor me staat. Maar tot mijn verrassing maakt deze weinig indruk op me. In de afgelopen uren heb een dermate goede relatie gekregen met mijn stokken (mede dankzij Dunkies stokken stoomcursus) dat ik met een gedegen pas de helling op ram. Enkele verbaasde Roemenen achter me latend. Als er een vraagt waar ik vandaan kom, kan ik het niet laten met een grijns te antwoorden: “Netherlands, sealevel, zero meters”.

 Na de helling neemt het stijgingspercentage iets af waardoor de passen en snelheid iets groter worden, maar rennen is nog ondenkbaar. Het wordt mistig, begint te hagelen en het wordt tijd om mijn windjack uit de rugzak te trekken. Top na top doemt op maar Custera lijkt altijd de volgende te zijn. Na de tweede of derde klim over losliggende keien zie ik de Roemeense vlag verschijnen. Boven zitten een stel vrijwilligers die me een half bekertje Red Bull en een bekertje water geven. Vanwege het slechte weer hebben ze niet meer naar boven kunnen krijgen, daar moeten we het dus mee doen.

Wat we ermee moeten doen is een kleine 1600m dalen in de tien kilometer tot de finish. Waarvan we de eerst 1200 negative hoogtemeters ons in de volgende vijf kilometer om de oren zullen vliegen. De eerste tweehonderd zijn nog goed te doen, over met rotsen gevuld terrein met een enkel sneeuwveld, goed voor een paar meter wintersportplezier. Nog een klein hobbeltje, nawee van de beklommen bergtop, en nog wat rotsachtig terrein die vergeleken met wat komen zou, aanvoelt als een roltrap. Fijn dus.

Want een paar honderd meter later was het over met de pret. De wolken trokken op en voor me uitgestrekt lag een drie kilometer lange grashelling die een kleine duizend meter de diepte in duikt. Zoals te verwachten was het geen glad tapijtje maar knollen en gras tot de knie. Dus geen grip, geen zicht op waar je je voeten neerzette en natuurlijk ook geen pad. De beste manier om beneden te komen was verstand op nul en vloeken, veel vloeken. Toen eindelijk bomen in zicht kwamen die de route over een bospad verder leiden, wilde ik op mijn knieën de hemel bedanken. Echter zouden mijn quadriceps hier niet van gediend zijn en aangezien het nergens toe zou leiden besloot ik gewoon te genieten van het bospad. Deze ging over in een breed karrenspoor met een laatste ravito waar ik nog even een complete maaltijd wegwerkte. Om weer verder te gaan richting de finish. Mijn voeten voelden inmiddels als mals geslagen biefstukken en de het laatste stukje laf klimmen moest ik zodoende afwisselend joggen en wandelen. Toen het pad weer uitvlakte zette ik met alle tegenzin weer een looppas in.

Toen de boog van de laatste kilometer in zicht kwam kreeg ik weer wat kracht. Dit herkende ik van mijn verkenning van gisteren en wist dat het nu een kwestie was van 250m dalen over een mooi steil bospad. Stukje glibberen door de modder en een eindsprint over vals plat vlak asfalt, voor een mooie finishfoto. 4:45:06, ruim binnen de 5 uur. Wel ruim anderhalf uur na Ionut Zinca die het rondje in 3:07 wist te volbrengen. Maar van de nummer twee van de Skyrunning Series 2013 (iets meer dan een minuut achter Kilian Jornet) kan ik het hebben.

Snel had ik mijn grijns hervonden, binnen vijf uur gefinished en zoveel had ik toch niet afgezien? Die grijns werd nog breder toen ik Radu vond, die vol ongeloof uitriep: “you're an animal!”. Want van de mensen met wie we hier naartoe waren gereden, was ik degene zonder enige bergrace-ervaring, die toerist uit Nederland. Maar was -na Radu- de eerste finisher.

Douches waren er niet, ja, een koude buitendouche. Dus deed de rest van de dag niks meer, gooide er een biertje in en we aten wat in het restaurant. 's-Avonds was er kampvuur die zorgde voor de broodnodige warmte in alle afgepeigerde lichamen. In een grote kring met een gitaar en verjaardagsliedjes. Moe als ik was zocht ik bijtijds mijn tent op. Want de volgende dag zouden we weer vroeg vertrekken, met de auto door smalle slechte bergweggetjes, richting Bucharest.

Alles bij elkaar is Retezat Trail Race een geweldige ervaring. Behalve een race is het ook een weekendje weg. 28Km lijkt kort maar door de hoeveelheid hoogtemeters en het zeer technische parcours ligt de grens van de top vijftig bijna exact op de vijf uur. Hetgeen deze race toch een hele dagbesteding maakt. Is deze race het waard om te gaan? Ja, mits je het goed organiseerd. Het is niet bepaalt makkelijk te bereiken maar eenmaal daar, zit je in het warm nest der Roemeense trailers en kun je je laven aan een achtbaan van een trail, met een hoop loopings. 


Website Retezat Trailrace

WK Skyrunning Chamonix - ultra en VK

$
0
0

De openingsafstanden van het Mont Blanc Marathon weekend, tevens WK Skyrunning zitten er op! De eerste afstand was meteen de langste: 80 km en 6.000 hoogtemeters moesten worden overwonnen. Extra uitdagende factoren in dit parcours zijn de hoogte (passages op 2.700 meter, nog volop sneeuw) en de technische stukken, waar continue concentratie is gevraagd. De brandende zon zorgde overall voor latere finishtijden en een stevig percentage uitvallers (tegen de 50%). Toen de zon al aan het zakken gingen de lopers van start voor de kortste afstand: de Verticale Kilometer (1.000 hoogtemeters in 4 kilometer afstand).


Foto: Salomon Running

De Ultra
De start in Chamonix om 04.00 uur was aangenaam: bij een graad of 9 werden 1.000 deelnemers vanuit het mooie centrum van Chamonix weggeschoten. Aan de start van het WK stonden wereldtoppers als Luis Alberto Hernando (ESP), Francois d’Haene (FR), Philip Reiter (GER) en Mike Wolfe (USA). Een club andere sterke Amerikanen is dit weekend in de Dolomieten actief, bij de Lavaredo Ultra Trail. De vraag is of zij in dit technische terrein voorin een rol van betekenis hadden kunnen spelen.

Dit keer voor het eerst stond er een Nederlands team aan de start van het WK Skyrunning. Voor het teamklassement kunnen overall punten worden behaald in de Vertical KM de Marathon en Ultra afstand.

Huub van Noorden, Thomas Dunkerbeck, Ronnie Duinkerken en Marjolein beten het spits af met de ultra. Onderweg werden zij op meerdere plekken ondersteund en aangemoedigd door mensen van de NKBV en de meegereisde groep van MudSweatTrails, met ook de andere WK lopers. Er ontstond een positieve sfeer van 'knokken voor het allerbeste resultaat'. 

Bij de doorkomst op 11 km gaf Thomas aan de begeleiding aan dat hij uit de wedstrijd wilde stappen in verband met een enkelverzwikking. Tactisch werd die quote alleen beantwoordt met ‘wat heb je van ons nodig’? Thomas vulde zijn water bij en knokte de race vol emoties door. Met het hart op de schoen (wetende dat hij niet helemaal kon laten zien wat hij waard was) legde hij toch beslag op de 47e plek.

Huub van Noorden knalde uit de startblokken en ging met de top 10 de eerste col omhoog. Hij kon in goed tempo blijven doortrekken. Zelfs met de nodige ongemakken aan de voeten, een aantal schuivers en op het randje van dehydratie. In de technische passages hield hij een tempo vast, waardoor hij continu zo rond positie 15 liep met een groepje van 5 lopers. Uiteindelijk maakte hij op slechts 2 uur van de ongenaakbare Luis Alberto Hernando zijn radslag over de finish in Chamonix. Zijn 24e plek overall is een top prestatie op dit podium!


Foto: ByRyan photography

Voor Ronnie verliep de race misschien iets minder sterk dan hij op in had gezet. Een aantal valpartijen maakte de afdalingen intensiever. In deel 2 werd hij zichtbaar sterker, hij kon tempo’s lopen waar andere lopers over moesten schakelen naar een wandelpas. Met een 102e plek in het overall klassement kan hij terugkijken op een mooi debuut op dit podium.


Foto: ByRyan Photography

Marjolein was net op tijd weer in vorm, terugkomend van langdurig blessureleed. Het lichaam gaf fitheid aan en zonder terugslagen begon ze te geloven in een goede race. Het werd een tocht, waar finishen voor het team won van de gedachten over 'uitstappen'. "Deze race wil ik beslist nog een keer lopen, zo mooi en uitdagend", blikt ze een dag later terug. 

Uitslagen Ultra – 80 km:
Heren
1) Luis Alberto Hernando (10 uur 25 minuten)
2) Francois D’Haene (10 uur 29 minuten)
3) Ben Duffus (10 uur 52 minuten) 
4) Clement Petitjean (10 uur 57 minuten)
5) Philip Reiter (11 uur 9 minuten)

Dames
1) Emelie Forsberg (12 uur 38 minuten)
2) Anna Frost (12 uur 46 minuten)
3) Magdalena Laczak (12 uur 58 minuten)

Nederlanders in Skyrunning team
Heren:
24) Huub van Noorden (12 uur 33 minuten)
40) Thomas Dunkerbeck (13 uur 40 minuten)
102) Ronnie Duinkerken (16 uur 15 minuten)

Dames:
18) Marjolein Bil (18 uur 1 minuut) 

Klik door naar de resultaten van de Ultra 80 km

De resultaten van Rogier Wouters (15 uur 29 minuten) en Roman Packbier (16 uur 28 minuten) zijn allebei sterk te noemen. Met de condities van gisteren was finishen überhaupt een prestatie van formaat. Tabe de Boer, George ten Kate, Robert Bopp, Bob van der Weg, Bram van Heugten en Femke van Heugten mogen zich eveneens trotse finisher noemen. Daar waar zo'n 50% van de deelnemers niet aan toekwam. 
 


Uitslagen Verticale Kilometer, heren
1 Kilian Jornet 34'18"
2 Bernard Dematteis 34'36"
3 Urban Zemmer 34'37"
4 Saul Padua 35'01"
5 Toru Miyahara 35'57"

Uitslagen Verticale Kilometer, dames
1 Laura Orgue Vila 41'29"
2 Stevee Kremer 41'37"
3 Christel Dewalle 41'50"
4 Antonella Confortola 43'17"
5 Maite Maiora-Elizondo 43'31"

Nederlanders (nog niet volledig)
25) Zac Freudenburg (39 minuten)
40) Robert Nieuwland (41 minuten)


Robert Nieuwland in actie tijdens zijn eerste Vertical KM ooit, finished in 41 minuten 
 


Foto album ByRyan Photography

De dames van de Ardennes Megatrail (RR)

$
0
0

Terwijl dit weekend Chamonix en omstreken strak stond van de trailvibraties, was het ook bij de Ch’ti in het Noorden van Frankrijk feest op de trails. In de Franse Ardennen, niet ver van het punt waar de Semoys (Semois in het Belgisch) in de Maas stroomt, baadde De Ardennes Megatrail in een laag solide slijk. De regen kwam met bakken naar beneden.

De AMT is al een paar jaar een stevig trailtje van een groeiend aantal kilometers. Het begon in 2010 met 80 km, en langzaam kruipt het steeds meer naar de 100 km. De hoogtemeters zijn daarbij steeds meer te vergelijken met Chamonix’e verticaliteit en kruipen stiekem richting de 5.000. De flankdalen van de Maas en de Semoys lenen zich optimaal voor technische klauterpartijen, die me bij tijd en wijlen deden terugdenken aan Andorreense nachtmerries, alweer lang geleden.

Ik heb dit weekend een ‘crew’ shirt aan, in plaats van een rugnummer. Ik ondersteun Nicole, die met een indrukwekkende brace om haar knie incheckt in het startvak. Het is indrukwekkend om zo’n wedstrijd eens van de andere kant te bekijken. De start om 5 uur in de ochtend voelt bekend aan. Lichte nervositeit bij de lopers, in de aanzwellende ochtendschemer, veel Frans gelul over niks door de micro, en een laatste update van de meteo: “Tot tien uur droog en daarna niet meer.”

Dan wat gepiep en gekraak op een doedelzak, en weg zijn ze!

Vreemd gevoel. Sta je daar allenig om 5 uur in de ochtend. Het startgebied ligt erbij alsof er net iets heel ergs is gebeurd. Ik besluit om mijn tentje maar weer in te kruipen, op een veldje twee honderd meter verderop.

Na een paar uurtjes slaap en een solide ontbijt kruip ik in de auto en rijd ik naar het 45 km punt van de wedstrijd in Laifour. Vandaar loop ik over het parcours de lopers tegemoet. De eerste loper is nog niet voorbij. Ik passeer vrijwilligers, die de eerste steile klim die ik doe (voor de lopers een afdaling dus) ‘bewaken’. De vrijwilligers staan hier al anderhalf uur te wachten en zullen hier ook nog wel even moeten blijven staan. Ik klets wat met ze, maak wat grapjes. Er hangen klimtouwen over een flink aantal meters, de klim vraagt om handen en voeten werk. Boven aan mijn klim een tegenligger. Hij heeft een rugnummer, het moet de koploper. Ik moedig hem aan. “Je bent eerste”, schreeuw ik opgewonden. “Dat weet ik”, antwoordt de man. “Maar toch bedankt!” vervolgt hij met enige humor.

Meer lopers volgen. Ik blijf ze tegemoet lopen. Boven aan mijn eerste serieuze (steile) afdaling (klim voor de lopers) kom ik ‘onze’ Mildred Haans tegen. Ze loopt in eerste damespositie en ziet er krachtig uit. Ze moppert wat over het stevige parcours, met een lach om haar gezicht. “Oei” denk ik, “als die al moppert…”.  “Goede training toch?” riposteer ik. Een grijns van oor tot oor, is het antwoord. Ik wens haar veel succes. Na de afdaling volgt weer een stevige klim en zo gaat het vrolijk door. Ik ben inmiddels al een vermogen aan klimtouwen gepasseerd, en zie de tronies van de lopers die ik tegemoet loop verstrakken. Ik ben zelf inmiddels een uur of anderhalf onderweg als ik vermoed Nicole toch bijna in het vizier moet verschijnen. Een man steunt tegen een boom. Het gaat niet meer, zegt hij. “Wat gaat niet meer?” vraag ik hem. “De regen, al dat geklim, de glijpartijen, de moeilijke stukken…”. “Ho stop!” Zeg ik hem. “Dit is toch gaaf?” Ik zeg dat ik het een supermooi parcours vind, met een goede organisatie en tot nog toe redelijk weer. Dat het niet vriest en niet sneeuwt. Alleen wat regen.  En dat er een mooie ravito aan zit te komen. En dat hij er nog goed uitziet. “Ik zie een jonge blonde god. Nou ja, een grijzende god." Allemaal positiviteit. De man perst er met moeite een klein lachje uit, haalt zijn schouders op en loopt door. “Bijna een ravito?” vraagt hij nog hoopvol, ter afscheid.

Dan iets verder nog een wandelend kadaver. Het trilt en ziet bleek. Ik zeg hem dat hij even moet gaan zitten. Hij heeft het koud, het gaat slecht met hem. Hij houdt al een tijdje niets meer binnen. “Moest je overgeven?” vraag ik hem. “Nee”, zegt hij, draait zich om en spuugt gal over de humuslaag van het bos. “Maar nu wel”, zeg ik. De man kijkt me leeg aan en begint nu wel heel hard te trillen in zijn dunne t-shirtje. “Doe je jas aan”, zeg ik hem. Hij heeft geen jas, alleen een reddingsdeken. Niet handig om met dit weer zonder jas 93 km door het bos te gaan banjeren, maar goed. Hier zit een man in nood. Ik bied hem mijn eigen jas. “Als je deze jas aanneemt ben je gediskwalificeerd”, leg ik hem uit. “Maar als je het niet doet kunnen we zo een ambulance bellen.” Aan jou de keus. De man trekt mijn jas aan.

Inmiddels zie ik Nicole langsdribbelen. Ze loopt lekker en zit goed in haar vel, dat voel ik meteen. “Ik ben even iemand aan het redden”, leg ik haar uit. “Ik haal je zo wel in.” “Hij doet het toch nog wel?” vraagt ze bezorgd, en loopt door als ik zeg dat het wel goed komt. Ik help mijn slachtoffer met opstaan en ondersteun hem de berg af. Hij wankelt. Typisch gevalletje van DNF in wording. Iets lager staat een vrijwilliger. Die is heel aardig, maar weet niet waar hij zich bevindt en heeft geen bereik met zijn telefoon. Hij weet eigenlijk ook niet precies wat hij moet doen in deze situatie. Hij weet wel dat je vanaf waar we ons bevinden een shortcut kunt maken naar de ravito. Dat doen we. Als ik de man wat van mijn limonade geef leeft hij op. Tien minuten later komen we bij de ravito, waar een medisch team zich over hem ontfermt. Ik wens de man succes. Hij bedankt me en wordt afgevoerd in een busje.

Vanaf daar volg ik Nicole tot het punt waar ik de auto had geparkeerd. Ik had van tevoren bij het wedstrijdleiding gevraagd of ik haar mocht volgen, op een paar stukken. Omdat Nicole niet voor een podiumplek gaat, en de reglementen pacing niet uitsluiten, gaan zij akkoord. Uit sportiviteitoverweging blijf ik toch maar altijd achter haar lopen.

Op km 70 herhaal ik mijn trackback actie. Auto parkeren en tegen het loopverkeer in lopen. Inmiddels hoost het al uren. Ik herken lopers van uren geleden. Het deelnemersveld is flink uitgedund, uiteindelijk haalt 50% van de ingeschreven deelnemers de finish niet. De tronies zijn verhard. De dames die ik tegenkom moedig ik extra hard aan. Om iedere schijn te vermijden. Ach, het is ook maar een spelletje natuurlijk. Als ik na een uurtje Nicole weer heb gevonden loop ik weer achter haar aan terug richting da auto. We halen een oudere man in. Ik blijf even bij hem, we kletsen wat. Hij is negatief. “Ik ga de tijdslimieten nooit halen, ik stap zo bij de ravito uit”, zegt hij. “Welnee joh”, zeg ik, oprecht verbaasd over zijn negatieve houding. “Je bent er bijna man!” fulmineer ik ingehouden. “Probeer ons een stukje bij te houden. Je zit bijna op 70 km. Nog een paar uurtjes en je kunt aan het bier. Natuurlijk ga je het halen.” Het is opvallend hoeveel mannen met opgeefplannen rondlopen. Ik raak er haast van in de war. Alle dames die ik tegenkom staan er heel wat kraniger in. Ze stralen allemaal iets onoverwinnelijks uit, ook zij die op een paar uur van Mildred lopen.

Na de volgende ravito verlaat ik Nicole weer en race ik in de auto terug naar de finish. Daar kan ik net Mildred feliciteren met haar strakke overwinning. Klassewijf! Met haar overwinning houdt ze een traditie in ere. Vanaf 2011 finishten respectievelijk Martine Hofstede, Jolanda Linschooten en Marjolein Bil hier ook als eerste dames. Daarmee is de AMT een soort dames Alpe d’Huez aan het worden.

Dan lift ik terug het parcours op, om Nicole weer ergens te onderscheppen. De man die me een lift geeft is van de organisatie en legt me uit hoeveel werk er op de achtergrond moet worden verricht voor zo’n wedstrijd. Ik ben onder de indruk. Ik stap uit als we Nicole de bosweg waarover we rijden zien oversteken. What a coincidence!

De laatste zestien kilometer wegen Nicole zwaar. Logisch. Ik ben trots op haar. Loopt ze hier zonder kruisbanden toch een uur of achttien door zwaar terrein te klunen. In de regen. Dwars door de ijzergieterij fabriek in Bobigny, over de ‘cote de Madagaskar’, de steile helling waar ik Mildred ontmoette, door de modder over zeventien andere pittige klimmen en afdalinkjes, aan klimtouwen, kettingen die in de rots zijn verankerd en stalen trapjes in de rotsen. En op het laatst, inmiddels in het donker, nog een vrij tricky afdalinkje, waar geen einde aan lijkt te komen. Dan nog even de schoenen schoonspoelen bij de doorwading van de Semois en drie minuten daarna de finishboog. Quelle aventure! Maar volgend jaar loop ik mét rugnummer!

Moraal van het verhaal: AMT is cool. Een harde wedstrijd over veel kilometers en stoere hoogtemeters. Een goede organisatie die op sympathieke wijze lopers en hun crew een mooi evenement voorschotelen.
 


Door naar de website van de Ardennes Mega Trail 

Hollands weer zorgt voor sterke finishes in Chamonix

$
0
0

Na de zeer warme omstandigheden tijdens de Mont Blanc Ulta afstand en de aangename / stabiele omstandigheden tijdens de Mont Blanc Cross kwam een dag voor de Mont Blanc Marathon het bericht van de organisatie: de wedstrijd zal over een aangepast parcours worden gelopen in verband met de kou, sterke regenval en mogelijk ook lichte sneeuw. Bij een deelnemeraantal van 2.000 wordt al snel de veiligere modus opgezocht. De starttijd van 7 uur 's morgens blijft gehandhaafd, houdt echter rekening met gevoelstemperaturen op het hoogste punt van rond of beneden het vriespunt. De aandacht voor het materiaal tijdens de voorbereidingen met de reisgroep bleken in ieder geval meer dan goed van pas te komen! 

Het aangepaste parcours betekende dat de echte top van de Aguillete des Possetes uit de route wordt gehaald. En in plaats van de slotklim naar finishplaats Plan Praz is de finishlijn verlegd naar het pleintje bij de kerk van Chamonix. Een afdaling van ongeveer 1.000 hoogtemeter dus, met de laatste kilometers door de winkelstraten, in plaats van de bergpaadjes omhoog. Uiteindelijk zal blijken dat de afstand 42 kilometer is en 2.100 d+. Een aantal Nederlanders zijn er blij mee: echt Hollands weer en een moddergarantie! 


Ivm het weer een aangepast parcours van de Mont Blanc Marathon. 

De lopers krijgen het stevig voor de kiezen: op de hogere en open passages heeft de wind en regen vrij spel. Gevoelloze handen, waarvan je op dat moment denkt dat die nooit meer warm zullen worden. Het temperatuurverschil met het dal is ruim 10 graden, opwarmen lukt nadat de afdalingen zijn genomen. Regelmatig zijn er valpartijen: de rotsen zijn nat en glad en de paadjes door de modder net zo. Het draagt bij aan de heroiek van de bergrace en oerkrachten worden aangesproken! Met als resultaat dat 100% van de gestarte lopers van de MST groep de finish weet te bereiken! In de straten van Chamonix worden zij binnengehaald door de reisgenoten en begeleiding en wordt de horizontale driekleur om de schouders gehezen. Een geweldig moment! 


Een aangepaste finishlocatie: het centrum van Chamonix. Op de foto Eddy Koek.   


Trotse finishers: Alex Barnard, Kees van der Beek en Wim Minnen.

Voor het eerst is Nederland met een team vertegenwoordigd bij het WK Skyrunning. Waar punten kunnen worden behaald voor de 3 beste prestaties bij de mannen en de beste vrouwelijke prestatie. Gekeken naar de 3 afstanden: VK / Marathon en Ultra. Op de marathon staan Tineke van den Berg, Robert Nieuwland, Tim Pleijte en Pascal van Norden aan de start. Voor Tim, Pascal en Tineke een eerste race in het alpine terrein. Voor Robert (wonend in Madrid) bijna dagelijks terrein. De prestaties mogen er wezen: Robert finished als 21ste in een tijd van 3 uur 44 minuten, zo'n 20 minuten achter de ongenaakbare Kilian Jornet. Pascal van Norden komt in 3 uur 58 minuten als 44e over de streep, net voor Tim Pleijte in 4 uur 1 minuut (49e plek). Tineke knokt zich naar een 20e plek in 4 uur 49 minuten. Een mooie stap in de goede richting voor het vlaklandteam! 


Pascal van Norden in de afdaling van de Possetes (26km punt). Foto: Robin Kinsbergen


De sterk presterende Nederlanders Robert Nieuwland, Pascal van Norden en Tim Pleijte. Foto: Marc Weening


Mark Groenweg en Jeroen Krosse op de foto de winnares van 2013 (3e dame 2014) Stevie Kremer (USA). Een grote MST fan! 
Foto: ByRyan Photography


Klik door naar de uitslagen van de Mont Blanc Cross 

Klik door naar de uitslagen van de Mont Blanc Marathon 

Nederland wordt 12e in het WK landenklassement 

Klik door naar de video 'best moments of MBM 2014'

Viewing all 822 articles
Browse latest View live