"La neige est toujours bien présente dans tout le Cirque, entre les cols Tumaginesca (2183) te Minuta (2218). Soyez prudents te te suffissamment équipés!" (24.05.2014)
Het liefst wil ik de GR20 lopen als het niet te druk is. In het najaar heb ik steeds weer een wedstrijd die voor gaat, dus moet het maar het voorjaar worden. Dit voorjaar past het ook in mijn voorbereiding voor de Tor des Géants. Technisch, lang en uitdagend, zeker als je het in 4 dagen wil doen.....
Omdat mijn klim-maatje Corinne mee wil als support team, heb ik de mogelijkheid lichtgewicht te gaan. De winter is zacht geweest, maar helaas is er op Corsica toch nog heel laat sneeuw gevallen. Ik pak ijs-bijl en steigijzers in, en schat mijn kansen om de route volledig te lopen op zo'n 53%. Omdat ik net het voordeel van de twijfel wil hebben.
Logistiek zit het tripje goed in elkaar. We vliegen op Calvi, dan is het een half uurtje rijden naar start dorp Calenzana. Ik heb hotels geboekt voor twee plekken onderweg en aan de finish. De hutten zijn altijd open als schuilplaats onderweg. Terug vliegen we vanaf Ajaccio, ongeveer 3 uur rijden van de finish in Conca. Ertussen ligt (afhankelijk van de bron van informatie) ongeveer 173 km en 12.500 hm. Het noordelijke deel (90 km, 7500 hm) is zwaar en alpine, het zuidelijke deel (83 km, 5000 hm) is……..ook zwaar.
Dag 1( . Corinne zwaait mij uit net voor 6 uur. Ik heb niet veel geslapen. Het is bewolkt en er is regen voorspeld, maar de temperatuur is heerlijk. Op mijn papiertje staat 43 km met 3700 hm. Veel, maar moet wel kunnen op een dag. Hoewel de eerste stukken goed te doen zijn (rotsige paden, grassig colletje in de zon), kom ik al gauw in stukken waar ik met handen en voeten moet klimmen. Wel heerlijk klauteren, maar het schiet niet op. Als ik de eerste sneeuwvelden tegenkom, zijn de wit-rode markeringen vaak verborgen. Gelukkig heb ik de route in de Suunto Ambit geladen, dus echt fout kan ik niet lopen. Hogerop zijn de sneeuwvelden steiler. Uiteindelijk trek ik toch mijn mini stijgijzertjes aan en pak de pikkel. Zelfverzekerd steek ik nu over. Bij de Carrozzu hut vertel ik nog heel blij aan een Duits stel dat ik naar Castel Vergio wil, die dag. Zij kijken vertwijfeld. Meteen daarna, tijdens het oversteken van een rivier, begint het keihard te regenen. Ik moet op rots-platen omhoog. Langs de klip is een ketting gespannen, maar als ik daar loop krijg ik helemaal een douche. Gelukkig hebben mijn Tecnica schoenen super-grip. Ik loop makkelijk.
Maar voorzichtig. En langzaam. Mijzelf blesseren is geen optie. Ik bereik een kom, gevuld met sneeuw. Steil omhoog volg ik de sporen. Dan in een gleuf tussen rotsen en bosjes door de sneeuw. Een paar keer zak ik met mijn been tussen de rotsen. Inmiddels ben ik ook erg nat. Corinne kan mij ook komen halen in Haute Asco, na 24 km. Ik wil haar sms'en, boven, maar "alles en ik" is zo vochtig dat dit niet lukt. De afdaling is te doen, van rots naar rots naar beneden, af en toe een sneeuwgeul. Na 10 uur onderweg te zijn ben ik in de Refugio . Twee Finnen gaan daar net linzen met worst eten. Zij hebben er 3 dagen over gedaan om hier te komen. Corinne sms't dat ze bijna in Castel Vergio is. Ze komt eraan, maar het duurt een uur. Ik bazel nog wat tegen de Finnen over Helsinki, wens ze succes en begin de licht dalende weg af te rennen om warm te blijven. Na 10 km is Corinne er. We besluiten Castel Vergio maar te laten, en vinden een hotelletje in het Restonica Vallei. Ik ben eigenlijk meer moe van de geestelijke beproeving dan van de lichamelijke. Ik was toch iets te licht-gewicht op pad voor deze omstandigheden.
Dag 2. Ik wil eigenlijk aan de kop van deze vallei de route weer oppakken. Maar dan kom ik vlak voor Petra Piana op de route. Daar is een week geleden een Parijzenaar uitgegleden en met botbreuken naar het ziekenhuis gebracht. Ook de aanloop ziet er lastig uit. Met lichte tegensparteling neem ik het juiste besluit: een vallei zuidelijker met de auto en de Mare i Monti route gebruiken als aanloop om bij de GR komen bij Refugio Onda. Het wordt een korte etappe. Vandaag hoef ik alleen over de 2000m hoge Muratellu graat . Wolken en zon wisselen elkaar af. Het pad vernauwt, gaat door een rots-spleet en verdwijnt aan de andere kant in de sneeuw. Er zijn sporen recht door, maar waarheen? Ik ga even zitten om na te denken. Pak de kaart. Kijk op de Suunto. Ik moet hier niet langs, ik moet hier erover, ongeveer 100m omhoog. Hogerop traverseren ook sporen. Ik stamp treetjes omhoog en traverseer onder de graat. Gelukkig is de sneeuw heel stevig: mijn bijl, die ik nu echt als anker in de sneeuw heb geslagen als ik mijn voeten verplaats, zit muurvast. Als ik op de besneeuwde graat kom en aan de andere kant vriendelijke sneeuwvelden zie, juich ik hardop. Traverserend dalend door de sneeuw, daarna rest een makkelijke afdaling langs prachtige rotspartijen en riviertjes. Ik kom veel dagjes-mensen tegen en maak met iedereen een praatje. Tegenover Hotel Monte D'Oro schiet ik uit het bos.
[Noot: Na terugkomst krijg ik dit te horen van een lokale Brit : " to reach the GR20 from the Restonica valley would have been an epic....you made a good decision not to try to get to the high ground from in there]
Dag 3 (68 km, 4600D+, 4600D-). Ik heb de wekker om 03:00 gezet, maar eigenlijk is dat niet nodig. Ik ben nog/al wakker. Meestal verzekert iemand mij ervan dat ik heb gesnurkt, dan weet ik dat ik heb geslapen. Maar Corinne slaapt te vast. Om 03:30 vertrek ik. In het geheim hoop ik dat ik vandaag tot aan het einde kan lopen. Dat heb ik namelijk op Madeira geoefend.
Ik heb voor het idee deze dag in 3 stukken verdeeld. Tot aan Réfuge de Prati (32 km met 2100D+) , dan tot Col de Bavella (35 km met 2500 D+) en van daar naar Conca, 16 km met 600D+. Het eerste deel loopt lekker. Er zitten bospaden waar ik kan rennen, riviertjes om over te steken, stukje grasveld. De klim richting Prati is wel steil. Ik passeer veel dag wandelaars. Bovenop de col kom ik zelfs wat trail-runners tegen. Het weer is prachtig. Na de mooie vlakke col begint het tweede deel. Het terrein wordt technischer. Granieten graten waar ik op, af en langs moet lopen, veel op wrijving. Mijn Leki stokken berg ik op: ik moet mijn handen gebruiken om te klimmen. Hier gaan mijn tijds-sommetjes in de soep lopen. Meestal haal ik op trainingstempo 10 km/h vlak plus 800D+/h. Maar dat gaat eigenlijk alleen op als ik ergens ook hard naar beneden kan lopen. Met handen en voeten klimmen zit er ook niet bij. Het is wel heel leuk. Links is er een lage wolkenlaag, waait het hard en komen de wolken langzaam omhoog. Rechts is het zonnig en windstil met vogelzang. Ik wissel steeds van weertype als ik over de graat klim. Soms is het even zoeken naar het pad. Ik heb de navigatie van de Suunto uitgezet om de batterij te sparen. Twee keer tik ik rond de 2000m aan dan zak ik af naar Réfugio Usciolo. Ik heb 43 km gelopen, maar heb er bijna 11 uur over gedaan. De "Gardienne" vindt mij wel fit. Ik ben over de helft, maar het is nog ver. De route blijft een tijdlang nog zeer technisch, uiteindelijk daal ik af richting het bos. Ik kom nu ook al veel mensen tegen die de GR aan het lopen zijn, het zuidelijke deel is officieel open. Ik loop door een soort heide landschap, maar de plantjes zijn oer-stug en prikkelig. Ik stop bij een beek om het zout van mij af te wassen en vraag mij af of mijn X-bionic pakje "still is turning my sweat into energy", of dat het verzadigd is. In elk geval loop ik de hele dag al zeer comfortabel.
Bij een rivier staat een auto geparkeerd en er is een camping. Daarna begint de klim naar.....de col? Ik ben moe. Bij de col moet ik rechtsaf omhoog. Ik herinner mij dat ik Monte Includine nog op moet (2100m) , hopelijk is dit die berg. Ik kom weer in de sneeuwvelden, maar deze zijn allemaal makkelijk door te komen. Heel blij ben ik als ik de kruis zie die de top markeert. Daarna komt de "gevreesde afdaling" naar Réfugio Asinau. Die valt mij alles mee. Je moet wel goed kijken waar je loopt want het zijn weer allemaal rotsplaten met stroompjes water eroverheen. In plaats van om 18:00, ben ik pas om 19:45 in Asinau. Mensen zijn hier aan het koken. Ik heb niets dan trail-food mee en wil heel graag en douche en een bed. Een jongen denkt dat Bavella inderdaad nog een kilometer of 7 is. In elk geval niet meer dan 200 m klimmen. Mooi, dan zou ik daar om 21:00 moeten zijn.Ik ben te lui om op de kaart te kijken.
Col de Bavella bereik ik pas vlak voor 23:00. Het is langer dan ik dacht, technischer en ik betrap mijzelf erop dat ik eigenlijk maar net doe alsof ik hardloop, de stukken waar het kan. Dit is voor mij wel een heel leerzaam stukje van de dag. De TDG komt zo in een heel ander nachtlicht te staan. Ik ben blij dat er licht brandt in de gîte. Ik krijg bier, een stuk worst, een douche en een bed van de gardien die nog aan het doorzakken is met een stel vrienden.
Dag 4 (16 km, 630D+, 1570D-). Ik bel Corinne in Conca en zeg dat ik om 08:30 zal vertrekken. Ik wil mijn telefoon nog een beetje opladen, en 's nachts was de stroom uitgevallen. Deze laatste etappe is ook weer heel mooi: prachtige rotsen, mooie watervallen en meer bloemen dan op de rest van de route. Ik heb nog wat trail-food, maar heb meer zin in hartige Corsicaanse soep. Wandelaars die de andere kant opgaan. Raar: wat zij de komende week gaan zien, heb ik gisteren allemaal gezien. 5 km voor het einde komt Corinne mij tegemoet lopen. Ik heb het idee dat ik haar heel lang niet heb gezien. We lopen een stukje samen op, maar als het weer echt af begint te lopen loop ik door. Bij het officiële startpunt spreek ik twee leuke jongens. Ze zijn goed voorbereid: steigijzers en pikkels. Ik denk dat het ze wel lukt de hele route te doen. Ze hebben 10 dagen. Om precies 13:00 loop ik Conca binnen. Ik ben nog nooit zo blij geweest een stuk asfalt te zien.