In mei 2015 deed Thomas Dunkerbeck een poging om de UK Big 3 te lopen. Hij vroeg Alke Staal, Jeroen Krosse en Kaj Derks als begeleiders bij respectievelijk Charly Ramsey, Bob Graham en Paddy Buckley. Als pacer, begeleider, reisgezel, meebelever, avontuurgenoot. En de mannen, geschreven met een glimlach, bakten er als pacers helemaal niets van. Maar mooie ervaringen leverde dat wel op. In een drieluik verhalen Alke, Jeroen en Kaj over hun ervaringen op de Britse fells. Jeroen bijt het spits af met zijn ervaringen tijdens de Bob Graham Round.
Helvelynn
Het moet ergens eind 2014 geweest zijn. In de gezamenlijke trainingen op dinsdag, woensdag en zondag had Dunk al meerdere keren lopen mijmeren over tochten in Engeland. Zoals dat vaak gaat passeert zo’n idee een paar keer, zonder concrete vraag, laat staan een helder antwoord. Toch ging de plannenmakerij onverminderd voort. De eerste kaarten worden gekocht, de eerste plaatjes gedeeld. “Hé lul”, appt Dunk, “Google eens op Helvelynn”. Visueel ingesteld slinger ik een kreet van opwinding terug. TD verhit het ijzer. “Ga je nou nog mee?” Lijkt me geweldig, antwoord ik. Nog niet wetend hoe ik dit ga inpassen in de gezinsplanning. De familie Dunkerbeck zou meegaan naar Schotland. Het was immers meivakantie. Dus een soortgelijk plan zou gesmeed kunnen worden met mijn achterban. De Krosse bunch goes Lake District. Zonder dat het thuisfront de impact van Bob Graham volledig doorgrond wordt ingestemd met een Britse meivakantie. Glamping in een yurt op een National Trust camping, zonder Wifi of elektriciteit. Deze vakantie wordt niet alleen een uitdaging voor papa….
Time frame
Zittend op de camping veinzen Thomas en ik geestelijke aanwezigheid. Mijn gezin is ongeduldig en wil zwemmen, voetballen en gorge scrambling, een Britse variant op canyoning. Wij niet, we turen naar de bergen om ons heen, vreten en leven stiekem in reservestand. We sprokkelen rustmomenten en bereiden ons mentaal en qua uitrusting voor op Bob Graham. De weersvoorspellingen worden dagelijks gecheckt, op zoek naar dat ene venster van 24 uur met stabiel weer in een overwegend nat en bewolkt Noord-West Engeland. Maar dan komt het antwoord op zondag ineens uit Wales. Paddy moet op donderdag gelopen worden vanwege het weer daar. En dus wordt Bob uiterlijk gelopen op maandag, om toch nog enig herstel te hebben tussen tocht 2 en 3 van The Big 3. De voorspelling voor maandag en dinsdag zijn redelijk mild. Er is wel wat regen en wind voorspeld maar de millimeters per uur en meters per seconde boezemen geen angst in. En soms is het ook gewoon wat het is. Maandagavond om 18 uur start onze Bob Graham Round. Punt.
Voortouw
Iets over zessen staan we bij de kerk in Keswick, het startpunt van de tocht. Het plaatsen van de dropbags onderweg en het parkeren nam wat meer tijd in beslag dan vooraf ingeschat. In plaats van nog wat te eten in Keswick besluiten we toch maar zo snel mogelijk te vertrekken. Met rugzakken vol lekkers van Clifbar, Mulebar en Overstims zouden we onze calorieën wel binnenkrijgen. Behangen met kaart en GPS-apparaat neemt Thomas het voortouw in de navigatie. Om dit voortouw nooit meer los te laten. Soms denk ik wel eens dat Dunk loopt om te navigeren in plaats van andersom, zoals hij loopt om te schrijven. We verlaten Keswick en daarmee de bewoonde wereld voor de komende 24 uur. En om er over een maximaal een etmaal terug te keren.
Wind
De eerste klimmetjes gaan soepel. Met frisse benen worden de glooiende stukken gerend. Op de steilere stukken wordt uit lijfsbehoud gekozen voor de wandelpas. De dag is nog lang. Met het klimmen uit Keswick valt de wind op de graat al wel op. Stevig windje. Voor mij niet echt in te schatten hoe hard. De inmiddels uitgevouwen stokken worden weggeblazen als ze uit de grond worden getild. Zo’n wind waarbij je niet gaat lopen wachten op elkaar op de graat maar zorgt dat je snel weer lager bent. De wind blijkt een voorbode te zijn voor nog veel meer wind. Beschut door de berg is het nog heerlijk weer. De boys van de Gelderse stuwwallen vermaken zich uitstekend in de ongerepte natuur. De navigatie blijkt met de hulpmiddelen een eitje en we banen ons een eigen weg door steenrijk grasland, wetlands en laag struikgewas. Af en toe werp ik een blik op het horloge. Met gemiddeld dik 6 km/uur liggen we goed op schema. De opgebouwde marge op het schema van 23 uur zouden we mogelijk nog wel nodig gaan hebben nu het duister intreedt en als later de benen wat minder worden.
Regen
Nog snel even een belletje naar het thuisfront. We liggen op schema, het gaat lekker. De eerste druppels beginnen te tikken op mijn windjack tijdens het bellen. Het vooruitzicht van droge rotsen wordt nog niet echt ondermijnd. Zondagochtend tijdens de recce had ik nog wat lopen stuntelen op de gladde stenen. Het vertrouwen was nog niet optimaal. Maar met mijn raceschoenen aan en met droge stenen kan ik spelen. En die paar druppels maken daarin geen verschil, zeker niet met zo’n harde wind. Alleen die paar druppels worden veel druppels. Tijd voor serieuze regenkleding, voordat alles nat wordt. De regenbroek van Outdoor Research en Storm Stow Jacket van The North Face doen hun weg. Eronder blijft het droog en goed ademen. Met de natte stenen heb ik dit keer totaal geen moeite. De relatief onbekende La Sportiva Anakonda is een compromisloze schoen die echt geweldig uit de voeten kan met modder, gras en droge en natte rotsen. Met vertrouwen daal ik af op plekken waar het onmogelijk is om precies te voorspellen wat de ondergrond zal doen. Door de zijwaartse afdalingen op steile hellingen en het struikgewas zijn de contactmomenten met de grond door uitglijders best zacht.
Hagel
Op enig moment worden wind en regen constanten. Onderdeel van het tableau, nauwelijks opgemerkte elementen in een nacht die voortschrijdt. Af en toe werp ik een blik naar de toppen van de bergen om ons heen. In een poging al iets van de zonsopgang waar te nemen. Dan gaat het hoofd weer schuin neerwaarts. Mee met de richting van de wind en de regen. De wind laat de capuchon ritmisch klapperen langs de oren. De regen tikt als tegen een tentdoek. Maar halverwege de nacht wordt het tikken indringender. Hogerop de toppen, totaal staan er vandaag 42 gepland, maakt de regen plaats voor de ijzige versie van hetzelfde spul. En gecombineerd met de wind is die hagel als door een buks geschoten. We lachen er om, een beetje. Kan er ook nog wel bij. Voegt nog wel wat toe aan deze inmiddels onvergetelijke nacht door Lake District. Op die enkele hagel na, die als een verdwaalde kogel een poging doet je netvlies te doorboren. Een goede herinnering dat je je hoofd moet buigen voor de natuur.
Plans are nothing.
Thomas en ik hebben onderweg normaal de grootste lol. We beschouwen onze levens, de sport, dromen van toekomstige tochten, maken grapjes. Vannacht is dat anders. We lopen uren zwijgend door de onstuimige duisternis. Vaak een meter of 10 van elkaar verwijderd waardoor de spaarzame opmerkingen al zijn weggewaaid voordat deze bij de ontvanger zijn. Die stilte is prima. Mannen kunnen uren lopen zonder een woord te wisselen. Dan is er niets aan de hand. Hebben we potentieel een topdag. Toch beginnen de urenlange blootstelling aan de elementen en de eenzaamheid in de nacht haar tol te eisen. Het vooruitzicht om zo nog een uur of 15 door dit kutweer te lopen is niet aantrekkelijk. Nu is een zekere mate van discomfort onderdeel van deze sport. Ik begin voor mezelf de laagjes af te pellen. Wat maakt dat ik dit nog 15 uur zou gaan doen? Zou ik het kunnen? Wat was mijn doel? Wat zou het betekenen? Voor mijzelf, om te finishen of om tussentijds te stoppen. Voor mijn gezondheid en die van Thomas? Voor de Paddy Buckley tocht met Kaj twee dagen later? Voor mijn gezin in de rest van de vakantie, die nog haar eigen bucket list heeft met mij?
Finishen of niet finishen. Dat is een groot ding. Niet finishen als optie is misschien niet levensgevaarlijk maar ook geen gereedschap dat voor het grijpen moet liggen. Niet als ultratrailen je sport is. De mantra’s van zelfkastijder Zadoks en masochist Mig waaien door mijn hoofd. Maar finishen of niet finishen doe je niet voor een ander zeg ik boos tegen mezelf. Dit neigt naar een soort ego-conflict. Finishen ter voorkoming van een publieke afstraffing op sociale media. Dat kan geen motivatie zijn. En mijn ervaring is dan misschien niet zo rijk als van anderen, maar ik weet wel wat het is om halverwege steenkapot te zitten en toch te finishen. In Grancanaria en Tromso kende ik die momenten in 2014. Of versies daarvan.
Vandaag is niet de dag om alles te offeren voor het volbrengen van het einddoel. Plans are nothing, planning is everything. Misschien is dit wel het verschil tussen een tocht en een race. Planning betekent hier het herijken. Het evalueren van het doel, het vooruitzicht en het gevoel. Het feit dat ik me conditioneel nog sterk voel na een uur of 10 sterkt me in de gedachten dat de Central Governor mij niet domineert. Ik ben de omstandigheden gewoon beu. En het heilige moeten van finishen ontbreekt. Dit interne spel brengt me bij nieuwe doelen. Als ik doorga tot na de zonsopgang zet ik Thomas veilig af voor een vervolg van zijn tocht. Het ontbreken van een loopmaat kan worden gecompenseerd door de vreugde om en het gemak van daglicht voor de rest van deze tocht. Op basis van de routekennis weet ik tot waar het slim is om door te lopen en dit doel te bereiken. Daarmee behaal ik ook mijn tweede doel. Het bereiken van Sergeant Man.
Sergeant Man
De twintigste top op onze route heeft een speciale betekenis voor me. Op de kop af 75 jaar geleden was mijn opa onderweg naar de Grebbeberg. Hij liep als jonge sergeant in het Nederlands leger met zijn manschappen van Zuid-Nederland naar Appeltern. De slag om zuidelijk Nederland was al verloren en het Nederlands leger hergroepeerde. Met militaire bepakking en minimale navigatie zochten ze zich een weg richting het land van Maas en Waal, langs de lichamen van gevallen Nederlandse soldaten. Het waren andere tijden. Ik zou die dag ook een tocht maken. Initieel van 110 kilometer en 8500 hoogtemeters. Maar in elk geval tot aan Sergeant Man. Dat was het minste wat ik kon doen als eerbetoon aan mijn veel te vroeg overleden opa. In de slechts 7 gedeelde levensjaren heeft de harde politiechef, sergeant en verzetsman een onuitwisbare indruk gemaakt. Niet omdat het een hartelijke man was. Veel meer dan een potje voetbal en samen vissen staan me niet bij. Maar omdat zijn geschiedenis aspecten belichaamde die ik al op jonge leeftijd bewonderde. Moed, avontuur en sportieve prestaties. Als mijn geschiedenis – in vredestijd – zou gaan lijken op zijn geschiedenis was ik op de goede weg. En die weg bracht mij deze nacht in elk geval bij Sergeant Man.
Solo
“Gaan we dit echt doen Thomas?” Thomas kijkt naar me alsof ik net onze verkering heb verbroken. We staan een minuut te schuilen achter een muurtje van 8 stenen hoog om wat te eten. Wat dan?, is zijn wedervraag. Ik deel de uitkomsten van mijn interne beraad. We gaan weer lopen. Zonder eindconclusie roep ik nog vooruit dat hij zijn eigen afweging moet maken. We stappen zeker nog een half uur voort. Zonder iets te zeggen. Ik gis naar de gistingsprocessen in zijn hoofd. En weet eigenlijk heel goed wat daar rond zal gaan. En daarom laat ik mijn teamgenoot wiens avontuur ik zal verlaten. Zoveel is me wel duidelijk. En die beslissing geeft kracht. Het is mijn beslissing. We stappen stevig door in het inmiddels door de dag verlichte gebied van de Langdale Pikes. Nog altijd op koers om een tijd binnen 24 uur te halen. Maar niet voor mij. Mijn klok zal stoppen, ergens na 12 uur, zestig horizontale kilometers en 6 verticale.
Voor mij is het klaar Thomas, zeg ik nog een keer voor de duidelijkheid. We zitten te schuilen achter een muurtje en pakken opnieuw de recent uitgetrokken regenbroek. Wat doe jij? Met dit weer ga ik niet alleen door is het antwoord. Hoewel we de dag inmiddels terug hebben blijft de wind, regen en hagel ons plagen op de Pikes. Ik merk voor het eerst dat de kou echt vat op me begint te krijgen. Thomas helpt me bij het inpakken van mijn rugzak en het sluiten van mijn rugzak wordt al wat lastiger doordat mijn armen schudden als bij een vergevorderd stadium van Parkinson.
Snel verder dus. Om weer warm te worden. Al valt dat niet mee. Met de beslissing van Thomas is het nieuwe plan duidelijk. Als we van de graat afgaan en zo’n 3 kilometer lopen komen we bij Old Dungeon Ghyll Hotel, aan het einde van de asfaltweg naar Langdale. Onderweg doen we een poging om vervoer te regelen naar de camping. Maar hier is geen GSM bereik. Uiteindelijk bellen we via een landlijn naar onze supporters die net wakker zijn. Binnen een half uur zouden we opgehaald kunnen zijn. In het hotel mogen we schuilen tegen kou en regen. Dan blijkt dat de interne thermostaat nog niet goed werkt. Ik merk dat ik wegzak, zittend op een houten bank in het officieel nog gesloten hotel. Ik wil slapen, liggen. Niks meer doen. Straks wakker worden en me weer warm voelen. Langzaam maar zeker begint bij Thomas door te dringen dat de kou toch meer impact heeft gehad dan vermoed. Mijn Engels met de enige hotelgast is niet meer echt van atheneum-niveau en hier en daar wat onsamenhangend. Warriger dan normaal. TD maant mij niet te slapen. Om te voorkomen dat dit toch gebeurt ijsbeer ik wat door de gang. We krijgen nog een kopje zelfgezette koffie aangeboden van Dereck, de man die ons tegen de regels van het hotel toch binnenliet. Hulde aan eenieder die de regels verlaat uit medemenselijkheid.
Na een aantal doelloze op-en-neertjes in de gang van het oude hotel rijdt een voor mij bekende auto voor. Ik ben blij om mijn vrouw te zien en stap in. Ik kijk nog naar de ramen van de hotelkamers om een blik van Dereck op te vangen en hem wenkend te bedanken. De gordijnen blijven onberoerd.
Hergroeperen.
In de auto richting onze camping Low Wray denk ik nog een keer aan mijn opa. Zoals hij werd verscheept van Appeltern naar Rhenen per vrachtwagen rijd ik nu terug per auto naar mijn yurt. Om te hergroeperen. Mijn opa om te vechten voor zijn leven en onze vrijheid op de Grebbeberg. Dunk met Kaj in Wales voor een zelfgekozen nieuwe strijd met Paddy. En ik met mijn gezin voor een vervolg van mijn vakantie, scrambelend over watervallen en Pavey Ark, in papamodus. Het zijn andere tijden. En uiteindelijk is dat je leven concludeer ik. De keuzes die je maakt in de omstandigheden die je treft. Een zoute traan vermengt zich met het warme douchewater op campsite Low Wray.